De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

I Grotteschi: Godo

Korte inhoud

Lalina Goddard
Leestijd
5 min.

Grenzeloze ambitie, een moordpoging en de onthulling van een lang verzwegen geheim: the plot thickens in het tweede deel van I Grotteschi, waarin de jongste generatie zich opmaakt om de macht over te nemen.  

PERSONAGES

Melancolia is de patriarch van de familie. Hij is de vader van Coraggio en de grootvader van Privilegio en Capriccio. Als rouwende weduwnaar die aan dementie lijdt, dwaalt hij aan de rand van de wereld der doden.

Coraggio is de zoon van Melancolia en de man van Costanza. Hij raakte door een mysterieuze ziekte in coma en wordt verzorgd door Carità. Op gezette tijden wordt hij wakker en slaat hij aan het ijlen.

Costanza leeft in de ondraaglijke afwachting van het ontwaken van haar man, Coraggio. In haar eenzaamheid wordt ze smoorverliefd op Fortuna, het dienstmeisje. Maar hoelang duurt het voor Costanza inziet dat Privilegio, haar oudste zoon, Fortuna’s minnaar is?

Privilegio is de oudste zoon van Coraggio en Costanza. Hij is een gewelddadige machtswellusteling die zijn zwangere vrouw Virtù in de steek laat om het dienstmeisje Fortuna te veroveren.

Virtù is Privilegio’s verwaarloosde zwangere vrouw. Ondanks de vele vernederingen houdt ze vast aan haar onwankelbare rechtschapenheid.

De efebe Capriccio maakt een heel andere indruk dan zijn oudere broer Privilegio. Hij is aanvankelijk schalks en levendig, maar keert zich stilaan af van filosoof Sapienza, die tot dan toe voor zijn opleiding instond, om met Impazienza de vleselijke liefde te verkennen.

De spin in het web van de familie-intriges is gouvernante Esperanza. Zij bewaakt een duister geheim. Deze tegelijk attente vertrouwelinge en troostende moederfiguur heeft niettemin een eigen agenda. Haar twee dochters, Impazienza en Fortuna, zijn de kinderen van een onbekende vader.

Fortuna is het dienstmeisje van de familie. Door hebzucht gedreven negeert ze de waarschuwingen van haar moeder, Esperienza, en manipuleert ze haar minnaar Privilegio om haar doel te bereiken: toegang krijgen tot de heersende klasse, ongeacht de prijs.

Impazienza, Esperienza’s tweede dochter, flirt erop los met de knappe Capriccio. Kan Impazienza, die in de schaduw van haar zus Fortuna staat, haar jaloezie bedwingen?

Verpleegster Carita, de minnares van tuinman Giudizio, verzorgt Coraggio. Vreemd genoeg lijkt diens toestand echter niet te verbeteren, wel integendeel. Zou Carità’s toewijding een keerzijde van haar persoon verhullen?

Tuinman Giudizio, de minnaar van Carità, is een wispelturig man: nu eens lichtvoetig en sensueel, dan weer empathisch en serieus. Bovenal wordt hij geleid door zijn overlevingsinstinct.

Filosoof Sapienza voorziet de leden van de familie van deugdelijk advies. Maar in dit huis heeft wijsheid een prijs, vooral als de machtigen die als hinderlijk beginnen te ervaren.

Proloog

De “grotteschi” denken na over hoe ’s nachts, wanneer alles stil is en iedereen slaapt, gedachten en tranen kwellingen met zich meebrengen.

Eerste bedrijf

Samen met zijn tuinman en vriend Giudizio viert de euforische Privilegio de dood van Sapienza, wiens lijk hij onteert. Wanneer hij hem echter kust, herinnert hij zich hoeveel hij van hem hield toen hij zijn efebe was en huilt hij ontroostbaar. Met een dienblad vol drugs sluit Carità zich aan bij de orgie van de jongeren.

Melancolia kondigt de terugkeer aan van Privilegio’s vader Coraggio, die in het geheim het verval van zijn familie en huishouden gadeslaat. Privilegio spot met Melancolia door hem aan te manen het nieuws van Coraggio’s terugkeer met zijn moeder te delen.

Melancolia blijft alleen achter en in een moment van helderheid betreurt hij zijn zinloze leven. Net als Orpheus wil hij sterven in de hoop een glimp op te vangen van zijn overleden geliefde. Terwijl de geest van Sapienza hem zijn postume liefde verwijt, denkt Privilegio na over hoe de gulzige aarde haar mond opent om de levenden te verslinden. Zijn tomeloze ambitie zet hem ertoe aan zijn grootvader van de trap te duwen.

Carità arriveert en treft de hulpbehoevende Melancolia aan. Ze smeekt Privilegio om meer medeleven te betonen voor zijn grootvader. Doordat ze Coraggio hoort praten, beseft ze dat hij uit zijn coma is ontwaakt. Ze denkt dat hij nog steeds aan het ijlen is en doet zich opnieuw voor als de godin Minerva om hem te manipuleren, maar Coraggio begrijpt dat hij herhaaldelijk door haar is vergiftigd en wijst haar af. Coraggio treft Melancolia gewond aan op de trap en is opgelucht dat zijn vader nog leeft.

In de hoop indruk te maken op haar moeder stelt Impazienza haar nieuwe geliefde voor: de rijke, jonge Capriccio. Esperienza schenkt echter geen aandacht aan het jonge stel en denkt daarentegen na over liefde en ouderdom. Uit jaloezie tegenover haar zus Fortuna zoekt Impazienza Costanza op om haar zogenaamde liefde aan haar te verklaren. Uit liefdesverdriet doet Costanza alsof ze Impazienza’s liefde beantwoordt; ze onthult haar schokkende plan om Fortuna te vermoorden. Zonder aarzelen stemt Impazienza ermee in haar kleren aan Costanza te lenen, zodat die vermomd de moord kan plegen. Costanza speelt de ambitie van de jonge vrouw uit om haar seksueel te misbruiken.

Intussen krijgt tuinman Giudizio een zenuwinzinking als gevolg van zijn drugsverslaving: wegens het voortdurende geweld en omdat hij nergens heen kan, overweegt hij zichzelf van het leven te beroven.

Fortuna verheugt zich over de dood van Sapienza en denkt aan haar aanstaande huwelijk. Esperienza maant haar dochter aan nooit de rijken te vertrouwen, waarop Fortuna reageert door te beloven dat ze haar moeder steeds bij haar zal houden. Terwijl moeder en dochter in de tuin in slaap vallen, worden ze gadegeslagen door Capriccio, die nadenkt over hoe men- sen alles vergeten zodra ze hun ogen sluiten. Verkleed als Impazienza komt Costanza dichterbij, maar voordat ze iets kan ondernemen, wordt ze betrapt door Capriccio.

Virtù neemt de aanwezigheid van haar man te baat om met Carità te delen dat ze op zoek is naar een nieuwe minnaar. Privilegio spot met zijn vrouw, die zich luidop afvraagt of hij het waard is en in staat is de plaats van zijn vader in de dynastie over te nemen. Ineens arriveert Impazienza, die zich verheugt over de gedachte aan de moord op haar zus Fortuna. Haar gejubel wordt onderbroken door de binnenkomst van Esperienza, die Impazienza van moord beschuldigt, en van Privilegio, die gelooft dat Virtù achter de moord zit. Costanza komt tussenbeide en zegt, om haar zoon te provoceren, dat zijzelf schuldig is aan de moordpoging op Fortuna. Privilegio toont zich zowel barmhartig als wreed. Na al wat er is gebeurd, beslist Virtù het huis te verlaten en het leven dat ze altijd heeft gekend achter zich te laten.

Tweede bedrijf

Esperienza is alleen in het bediendenvertrek en vraagt zich af of ze moet zwijgen dan wel het geheim moet onthullen dat ze al haar hele leven bewaart. Melancolia wacht buiten wanhopig op zijn vrouw en beklaagt zich, tot ergernis van Esperienza, over het gedrag van de andere vrouwen in het huis. Elders in de tuin sterft Capriccio aan een fatale steekwond. Melancolia denkt de stem van God te horen en krijgt een hartaanval.

Privilegio onthult aan Fortuna dat zijn moeder Costanza de moord op haar beraamde. Nu staat niets hen nog in de weg: ze besluiten dezelfde dag nog te trouwen.

Costanza rouwt om het verlies van haar zoon Capriccio, terwijl Carità opmerkt dat zelfs in de schaduw van de macht het leven onzeker blijft. Melancolia, die op het punt staat te sterven, probeert Costanza duidelijk te maken dat Coraggio is teruggekeerd, maar zij gelooft hem niet. Privilegio gooit olie op het vuur door Carità te confronteren met haar vermomming als Minerva, waarmee ze Coraggio misleidde en vergiftigde.

Esperienza is alleen met de dode Melancolia, die de liefde van haar leven was, en levert zich over aan haar verdriet. Eerst schept ze nog op over de mooie toekomst van haar dochter, maar gaandeweg verliest ze steeds meer de controle, totdat ze in een vlaag van waanzin het geheim onthult dat ze al haar hele leven met zich meedraagt. In het duister ziet Costanza iemand die vermomd is als haar man; doodsbang sluit ze zichzelf op in de slaapkamer. Ze komt geleidelijk tot het besef dat de man tegenover haar niemand anders kan zijn dan Coraggio en uiteindelijk worden de twee herenigd.
Melancolia’s geest heeft het huis nooit verlaten en zingt een liefdeslied voor zijn allang verloren bruid, die hem vanuit de onderwereld antwoordt.

Privilegio kroont zijn minnares Fortuna tot zijn nieuwe ‘koningin’. Alvorens het huis te verlaten drijft Fortuna de spot met Virtù: ooit was ze koningin, nu een bedelaarster. Privilegio onderbreekt hun gekibbel door hen beiden te bevelen zich aan hem te onderwerpen.

De ‘grotteschi’ beklagen zich over hun lot: duizendmaal daags worden ze geboren en sterven ze, zonder enige hoop op verlossing.