Franz-Josef Selig
Im Spätboot • Richard Strauss
- Leestijd
- 3 min.
Wat is voor jou dat ene lied? Welke paar minuten gezongen poëzie zou jij meenemen naar een onbewoond eiland, redden uit een brand, behoeden voor de vergetelheid? We stelden de vraag aan Franz-Josef Selig.
“Im Spätboot” - Richard Strauss (op.56/3)
Lyrics
Aus der Schiffsbank mach ich meinen Pfühl.
Endlich wird die heiße Stirne kühl!
O wie suß erkaltet mir das Herz!
O wie weich verstummen Lust und Schmerz!
Über mir des Rohres schwarzer Rauch
Wiegt und biegt sich in des Windes Hauch.
Hüben hier und drüben wieder dort
Hält das Boot an manchem kleinen Port:
Bei der Schiffslaterne kargem Schein
Steigt ein Schatten aus und niemand ein.
Nur der Steurer noch, der wacht und steht!
Nur der Wind, der mir im Haare weht!
Schmerz und Lust erleiden sanften Tod.
Einen Schlummrer trägt das dunkle Boot.
— Conrad Ferdinand Meyer
Van de scheepsbank maak ik mijn kussen,
Eindelijk wordt mijn hete voorhoofd koel!
O, hoe heerlijk koud voelt mijn hart.
O, hoe zacht verstommen lust en pijn!
Boven mij komt uit de pijp zwarte rook,
Hij wiegt en buigt zich in de wind.
Nu eens hier en dan ginds verderop
Houdt de boot halt in kleine havens;
Bij het zachte licht van de scheepslantaarn
Zie ik alleen een schim de boot afgaan.
Enkel de stuurman die nog waakt en staat,
Enkel de wind die nog door mijn haren gaat!
Pijn en hartstocht gaan nu zachtjes dood,
een slaper draagt de donkere boot.
Franz-Josef Selig: “Binnen de wereld van het kunstlied is dit een ongewoon, ietwat apart nummer. Toen Strauss de tekst van Conrad Ferdinand Meyer (1825-1898) op muziek zette, koos hij immers resoluut voor een diepe basstem – wat op zich goed past bij het onderliggende thema van de nakende dood. Het lied staat in een donkere, warme majeurtoonaard (Des) en beschrijft de ervaring van iemand die wegglijdt naar “de andere oever”, terwijl de pijn hem verlaat. Het is een tafereel dat me bijzonder raakt. Iedereen krijgt vroeg of laat te maken met de eindigheid van het leven. Muziek en poëzie nemen ons bij de hand om dat moment vooraf te sonderen, in al zijn facetten: de paniek, de pijn, de gruwel, maar ook en in het bijzonder de uiteindelijke verzoening met de dood. Vanuit een filosofisch-theologische benadering vind je de clash met de dood bij dichters vaak beschreven als een worsteling. Hier overheerst niet het beeld van een hopeloos einde, maar dat van de dood als een vriend in wie we vertrouwen moeten hebben. En vertrouwen, een van de meest positieve eigenschappen van de mens, is wat in talrijke composities via de muziek wordt uitgedrukt, zoals in dit lied, Im Spätboot. Deze muziek mag je niet beschouwen als somber en deprimerend, maar als een uitnodiging om de bezorgdheid omtrent onze eigen sterfelijkheid niet te onderdrukken. Als een voorbereiding, een poging om het onbegrijpelijke en onvermijdelijke onder ogen te zien. In die zin eindigt dit lied in een spreekwoordelijke ‘diepe relaxatie’.”
Vertaling: Xavier Verbeke