De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

“Sommige complexe ontwerpen vergen twee weken werk”

Marie De Ryck, Hoofdschoenmaker

Thomas Van Deursen
Leestijd
3 min.

Het geluid van gereedschap, een streepje muziek en de onvermijdelijke geur van leer: we treffen Marie De Ryck aan in haar professionele habitat, terwijl ze lijm aanbrengt op de hiel van een prachtige turkooizen schoen met gouden motiefjes. De voorbereidingen voor Turandot komen op kruissnelheid en binnenkort moeten zo’n 35 paar vrouwenschoenen afgeleverd worden, maar de hoofdschoenmaker van de Munt maakt graag wat tijd vrij om ons te vertellen over haar loopbaan bij de Munt.

Wat houdt je job bij de Munt precies in?

Voornamelijk het maken van de schoenen voor de producties, maar ik beheer ook de stock. Naar gelang van de producties en de instructies van de kostuumontwerpers moeten we nieuwe schoenen maken, de exemplaren hergebruiken die we in onze stock hebben of er andere aankopen. Alles hangt af van de behoeften van de enscenering. Als we iets heel speciaals nodig hebben, qua maat, kleur of model, maken we het altijd zelf met de hand, in ons atelier. Zo kunnen we echt op maat werken. Als de schoenen half af zijn, worden ze gepast, zodat we ze perfect kunnen aanpassen aan de voeten van de artiesten.

“Er zijn niet veel plekken waar je samen met een productieteam schoenen kunt ontwerpen en ze daarna ook echt maken, from scratch”

Hoelang duurt het om een schoen te maken?

Dat hangt ervan af. Op een productielijn proberen we dat zo snel mogelijk te doen, en kunnen twee dagen volstaan. Het realiseren van complexere ontwerpen vergt soms twee weken. Voor The Time of Our Singing, bijvoorbeeld, maakten we een paar schoenen met hakken uit zelfgemaakt leer, en moesten we sandaalbandjes snijden. Voor Rivoluzione e Nostalgia hadden we behoorlijk wat werk aan een paar hakken in de stijl van de jaren 1960. We maakten een bestaand model na, maar veranderden daarbij wel de dikte van de hakken om te voorkomen dat ze onbedoeld in bepaalde openingen in het podium zouden wegzakken. We gebruikten daarbij een 3D-printer om zo precies mogelijk te kunnen werken.

Wat is je opleiding?

Toen ik 27 was, ben ik begonnen met een opleiding orthopedische schoentechnologie aan de Thomas More Hogeschool in Geel. Daarvoor studeerde ik al productontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen. Ik heb ook een aantal stages gelopen bij schoenenfabrikanten in Portugal en Italië, en bij John Amatus in Londen. Daar werden toen gelimiteerde series gemaakt voor prestigieuze merken als Vivienne Westwood en Agent Provocateur.

Hoe lang werk je al bij de Munt?

Sinds september 2018, voor Die Zauberflöte. Dus al bijna zes jaar. Lange tijd wilde ik graag schoenhersteller worden, maar ik kreeg te horen dat als ik in dat vakgebied werkzekerheid wilde, ik me op orthopedie moest toeleggen. Dus ging ik tijdens mijn studie werken voor een orthopedist in Leuven. Ik ben er zeven jaar gebleven. Ik heb er veel geleerd, kreeg mijn RIZIV-nummer… Maar toen ik de vacature zag voor de baan die ik nu heb, heb ik meteen gesolliciteerd.

Waarom wilde je graag naar de Munt komen?

Omwille van de aard van het werk. Er zijn niet veel plekken waar je samen met een productieteam schoenen kunt ontwerpen en ze daarna ook echt maken, from scratch. Het werk sluit perfect aan bij mijn dubbele achtergrond: productontwikkeling en orthopedie. We maken prototypes en moeten ervoor zorgen dat zangers en zangeressen zich goed voelen in hun schoenen en niet aan hun voeten hoeven te denken. Soms kunnen we zelfs hun orthopedische problemen verlichten. Meestal gaat het dan om scheefgroei van de grote teen, hamertenen of andere vaak voorkomende misvormingen.

Welke producties hebben sinds je hier bent de grootste indruk op je gemaakt?

De kleurrijke laarzen in Het sprookje van tsaar Saltan waren erg leuk om te maken. In Bastarda stonden we voor heel wat uitdagingen. Sommige modellen moesten we bijna aan de lopende band maken, iets wat we niet echt gewend zijn. Maar het atelier kon goed functioneren zonder al te veel aansturing van mijn kant en we hadden de tijd om steeds beter te worden. Voor Der Rosenkavalier maakten we enorme toneellaarzen om de artiesten hoger te plaatsen, met behulp van grote houten hakken die in de schrijnwerkerij werden gemaakt. Recenter hebben we in Die Walküre, om de lengte van de reuzen te benadrukken, schoenen gemaakt die er ‘normaal’ uitzagen, maar met een extra hoogte (van 7 centimeter) erin verborgen. De dansers en danseressen in La Gioconda, die optraden op een podium dat onder water stond, hadden waterdichte laarzen nodig. Om dat te bereiken hebben we verschillende schoenonderdelen afgeplakt met siliconen. De hoge laarzen van roze latex in Les Contes d’Hoffmann waren ook boeiend om te maken, omdat latex een nogal ingewikkeld materiaal is om mee te werken.

Wat vind je het leukste aan je werk?

De zoektocht. Alles verandert voortdurend. Er zijn dagen met een ongelooflijke intensiteit, wanneer je dingen wilt uitvinden en creëren, wanneer je problemen moet oplossen. En dan zijn er weer andere, heel ontspannen dagen waarop je de schoenen in de stock kunt sorteren. Maar wat ik het leukste vind, is wanneer het lukt om de esthetische wensen van de regisseur, het kostuumontwerp, de geweldige mogelijkheden van de schoenmakerij en het comfort van de zangers en zangeressen allemaal op elkaar af te stemmen.