De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

“Hier kan je beroepen leren waar geen opleidingen voor bestaan”

Thomas Desmed, hoofdinspiciënt

Manon Kahn
Leestijd
4 min.

Het is wanneer Thomas Desmed in de coulissen zijn cue geeft, dat uit de chaos orde ontstaat. We vroegen onze hoofdinspiciënt wat er allemaal komt kijken bij zijn job en hoe hij terugblikt op een Muntcarrière van 37 jaar.

Wat houdt je werk precies in?

Mijn rol, en die van mijn team, is het coördineren van de artistieke en technische aspecten van een productie, zowel tijdens de repetities als tijdens de voorstellingen. Concreet behelst dat het day-to-day managen van de algemene richtlijnen die al zijn opgesteld door de verschillende technische afdelingen. Wij komen in actie in de laatste fase van het proces, om al die verschillende “partituren” op elkaar af te stemmen, volgens de aanwijzingen van het regieteam en van de dirigent. Onze opdracht is vooral om het werk op het podium te vergemakkelijken, niet om er de leiding over te nemen: iedere medewerker en technicus blijft volledig verantwoordelijk voor zijn of haar rol. Je kunt onze taak misschien vergelijken met die van een seinhuiswachter die de juiste trein op het juiste moment op het juiste spoor moet zetten – de goede afloop hangt nog altijd af van het vermogen van elke machinist om zijn trein op de plaats van bestemming te krijgen.

Daarnaast zorgen wij er ook voor dat de repetities en voorstellingen soepel verlopen door de tijdschema’s te respecteren, de aanwezigheid van alle medewerkers te garanderen en in te staan voor de veiligheid en de discipline – dit laatste echter steeds vanuit het doel om het werk efficiënter en vooral aangenamer te maken.

© Simon Van Rompay
Wou je altijd al in de opera werken?

Nee, dat is toevallig zo gelopen, hoewel ik altijd wel al open stond voor de artistieke wereld, dankzij mijn opleiding en enkele ervaringen tijdens mijn jeugd. Ik was een middelmatige student en gaf algauw mijn studie kunstgeschiedenis op om bij mijn oom te gaan werken, die een brocantehandel had. Na mijn legerdienst ging ik op zoek naar werk en een vriendin vertelde me eens dat de Munt die avond iemand zocht voor een klusje als kleder. Dat is inmiddels 37 jaar geleden – en ik ben hier nooit meer weggegaan.

“De mogelijkheid om je te ontplooien biedt mensen de kans om hier een volledige carrière te blijven en door te groeien in verschillende functies.”

Hoe is je carrière bij de Munt verlopen?

Ik begon mijn carrière dus op de dienst Kleding, waar ik een paar jaar bleef. Ik voelde echter dat ik dat niet de rest van mijn leven wou doen; het werk van een rekwisiteur of productieregisseur trok me meer aan. Ik kon het goed vinden met Jean-Pierre Stevens, de toenmalige hoofdinspiciënt, die me de kans gaf om stage te lopen op het podium. En zo werd ik uiteindelijk productieregisseur. In 2013 kwam de functie van hoofdinspiciënt vrij en greep ik mijn kans. Sindsdien vervul ik die functie.

De Munt is een plek waar je nog beroepen kunt leren waarvoor weinig of geen echte opleidingen bestaan. Hier kun je on the job leren en daar heb ik van geprofiteerd, net als vele anderen. Die mogelijkheid om je te ontplooien biedt vele mensen de kans om hier een volledige carrière te blijven en door te groeien in verschillende functies.

Welke producties zijn je bijgebleven, en waarom precies?

Meer dan specifieke producties toch wel het geluk om buitengewone regisseurs aan het werk te hebben gezien: Haneke, Grüber, Stein, Berghaus, Bondy, Warlikowski – en misschien vergeet ik er nog wel een paar… Dat is een bijzonder voorrecht geweest. En niet te vergeten de grote dirigenten, van wie verschillende hier muziekdirecteur zijn geweest. Soms volstaat het om een verrijkende professionele band op te bouwen om met ontroering aan een productie terug te denken. Toen ik hier begon, stond ik vol bewondering te kijken naar al die operaproducties, maar na verloop van tijd voel je dat het moeilijker is om echt verrast te worden. Producties zoals Jenůfa van Leoš Janáček vond ik in alle opzichten erg geslaagd, zowel wat betreft de samenwerking met alle teams als de opera zelf.

Hoe ziet een typische werkweek er voor jou uit?

In de productiefase begint een typische dag rond 9 uur, wanneer we met de technische teams controleren of alles klaar is om een uur later met de repetitie te beginnen. Indien nodig geven we hun de laatste instructies over het verloop van de repetitie. We zorgen ervoor dat de artiesten op tijd arriveren, in overeenstemming met het programma dat de dag ervoor is opgesteld, en we ondersteunen het artistieke productieteam om ervoor te zorgen dat de repetitie zo soepel mogelijk verloopt.

Het is aan ons om de verschillende pauzes en de aanwezigheid van de artiesten bij de nevenactiviteiten (kostuumsessies, coaching…) in goede banen te leiden en om in de partituur alle handelingen aan te duiden waarvoor we het startsein moeten geven (decorbewegingen, het opkomen van de artiesten, speciale effecten…). We nemen niet alleen akte van die nodige interventies, want we zijn ook betrokken bij het bepalen ervan, in samenwerking met de andere technische verantwoordelijken en assistenten. Aan het eind van de middag werken we mee aan het opstellen van het schema voor de volgende dag, samen met het regieteam, de muziekstaf, de assistenten en de artistieke planning. Het is onze taak om dat schema te verspreiden onder de betrokken personen, zowel intern als extern.

Als de repetities op het podium beginnen, werken we doorgaans ’s middags en ’s avonds, maar ook ’s ochtends. Bij de belichtingssessies, bijvoorbeeld, waarbij we een actieve rol spelen, want het is onze taak om tijdens de voorstellingen het sein te geven voor de lichteffecten. In de laatste rechte lijn, ongeveer tien dagen voor de première, komen daarbij ook nog de nabesprekingen van de repetities, wanneer we de tijd nemen om zowel op artistiek als technisch vlak kritische opmerkingen te formuleren. Gelukkig wordt er dan ook eten voorzien, want het zijn erg lange dagen, met alle taken die we dan moeten zien te combineren.

Vertaling: Jeroen De Keyser