De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Lenneke Ruiten

6 hoogtepunten in de Munt

Laura Roling
Leestijd
5 min.

Al meer dan tien jaar ontroert en hypnotiseert de sopraan van Lenneke Ruiten het Muntpubliek in zeer uiteenlopend repertoire: van Mozart tot halsbrekend belcanto, van grand opéra tot Tsjechisch modernisme. Nu ze zich opmaakt voor haar eerste recital in Brussel blikken we samen met haar terug op zes hoogtepunten.

1. Ophélie in Hamlet (2013-14)

“A vos jeux, mes amis”

Lenneke Ruiten: “Elke zangcarrière heeft een aantal momenten die bepalend zijn voor het verdere verloop van je leven als artiest. Deze Ophélie in Hamlet was er voor mij een van. Tot dan werd ik vooral beschouwd als een sopraan voor concert- en kamermuziek, en kreeg ik eigenlijk maar moeilijk voet aan grond in de opera. Maar dan kwam dat telefoontje van mijn agent: of ik Ophélie zou kunnen overnemen in Brussel? Ik had haar waanzinsscène voor het laatst gezongen tijdens mijn eindexamen aan het conservatorium, maar ze bleek gelukkig nog goed in mijn stem en mijn spiergeheugen opgeslagen. Ik heb toen op stel en sprong voorgezongen en… kreeg de rol! Het was een droom om met dirigent Marc Minkowski, regisseur Olivier Py en Stéphane Degout aan ‘mijn’ Hamlet te werken. Waanzinsscènes hebben trouwens altijd zo’n mooie boog, opgespannen door de grote menselijke emoties – liefde, verdriet, rouw – in hun uiterste expressievorm.”

2. Aspasia in Mitridate, re di Ponto (2015-16)

“Pallid’ombre, che sorgete”

“Sinds ik in 2009 met de cd Exsultate, jubilate de aandacht trok van dirigenten en programmatoren, is Mozart uitgegroeid tot het fundament van mijn carrière. Ook in de Munt: Aspasia, onder muzikale leiding van Christophe Rousset en in een regie van Le Lab, was de eerste van vijf Mozartrollen in Brussel.”

“Het ligt misschien aan het feit dat ik me tijdens concerten vaak alleen naar het publiek moet richten, maar op het operapodium houd ik ervan om een tegenspeler te hebben. Zelfs bij solo-aria’s kan je elkaar naar een hoger niveau tillen. Dat was zeker het geval bij het hartverscheurend mooie ‘Pallid’ ombre’. Aspasia overweegt haar zelfmoord hier niet in eenzaamheid, maar krijgt deze door Mitridate, vertolkt door de fantastische Michael Spyres, opgedrongen. Dat voegt aan deze reflectieve aria een heel nieuwe dimensie van theatrale spanning toe.”

3. Bystrouška in Foxie! (2016-17)

Duet tweede bedrijf

“Aan Foxie! bewaar ik alleen maar mooie herinneringen. De Belgische kunstenaar Christophe Coppens gaf een bijzondere en prachtig kleurrijke twist aan Janáčeks opera Het sluwe vosje. Ik vind het als performer moeilijk om in een productie te staan waarin een regieconcept voor mijn gevoel lijnrecht tegen de muziek en de tekst indruist, maar de interpretatie van Christophe – waarin niet mens en dier, maar jongeren en volwassenen tegenover elkaar geplaatst worden – klopte muzikaal en theatraal perfect. Een van de hoogtepunten was mijn duet met Eleonore Marguerre, die de rol van de Vos vertolkte. Het was heerlijk om met haar deze prille, ontluikende liefde te kunnen spelen.”

4. Giunia in Lucio Silla

“Ah se il crudel periglio”

“De rol van Giunia in Lucio Silla, een opera die Mozart op zijn zestiende (!) schreef, is berucht om deze aria, die eigenlijk onzingbaar is. Ze is niet alleen lang, maar ook nog eens heel hoog én heel laag in de tessituur en ontzettend snel. Om ze toch goed uit te voeren, moest ik hier en daar een nootje weglaten, dan snel even een hapje lucht nemen en weer door. Met een goede conditie en een goede concentratie was het nét haalbaar. En uiteraard ook dankzij de artistieke verstandhouding met dirigent Antonello Manacorda. Zijn vertrouwen voelen is ontzettend belangrijk als je je aan zo’n aartsmoeilijke aria waagt.”

“De samenwerking met regisseur Tobias Kratzer was voor mij ook heel waardevol. Ik had kort daarvoor de rol van Giunia in La Scala in Milaan gezongen, in een zeer klassieke productie. En nu daagde hij mij uit om de rol helemaal anders te spelen, in een regie die sterk inzette op de grimmige aspecten van de machtswellust en onmenselijkheid die in de opera zitten. Ik denk dat deze productie me echt heeft doen groeien als actrice.

5. Marguerite de Valois in Les Huguenots

“Ô beau pays de la Touraine”

“De tweede akte van Les Huguenots speelt zich af in de tuin van het paleis van koningin Marguerite. Haar personage, en daardoor ook de hele akte, valt op door een zekere luchtigheid. In een wereld waarin katholieken en protestanten op zeer gespannen voet met elkaar staan, is zij als een van de weinigen niet geïnteresseerd in politiek of machtsspelletjes. Voor haar is liefde het enige dat telt. Dat vertaalt zich in een personage dat soms heel volwassen overkomt, omdat ze boven politieke intriges staat, maar soms ook best naïef en kinderlijk. In zijn regie liet Olivier Py dit prachtig zien: wanneer Marguerite en Raoul de Nangis elkaar ontmoeten, is de seksuele aantrekkingskracht onmiddellijk voelbaar! Ik had een ontzettend goede klik met Enea Scala, die de rol van Raoul vertolkte, en we hebben erg veel plezier gehad tijdens onze gezamenlijke scène, waarin we zelfs in het water duiken. Mijn openingsaria, ‘Ô beau pays’, is echter de meest uitdagende van de avond. Je moet als zangeres zorgen dat die raak is, dat je die technisch goed en mooi zingt, en daarna kun je met een gerust hart en veel plezier de rest van de akte in.”

6. Maria Stuarda in Bastarda

“Deh! Tu di un’umile preghiera”

“Ik zong de rol van Maria Stuarda in Bastarda, een dubbelvoorstelling die het levensverhaal van Queen Elizabeth I vertelt aan de hand van de hoogtepunten uit vier Donizetti-opera’s. Het had iets weg van een Netflix-serie, en ik merkte dat dit format goed aansloeg bij het publiek. De focus op Elizabeth betekende wel dat mijn personage, dat in Donizetti’s Maria Stuarda de centrale figuur is, iets meer aan de zijlijn stond.”

“Mijn hoogtepunt in Bastarda was de slotscène uit Maria Stuarda, waarin Elizabeths Schotse rivale voor haar executie afscheid neemt. Het gebed dat ze hierbij zingt, is van een verpletterende schoonheid. Bij haast elke voorstelling heb ik na die scène wel even een paar traantjes moeten wegpinken in mijn kleedkamer.”