De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Op weg naar duurzamere operadecors

Test case 'Cassandra'

Thomas Van Deursen
Leestijd
7 min.

Onder de noemer Green Opera probeert de Munt zijn impact op klimaat en milieu te verkleinen. Met de decors voor Cassandra als test case gaan we in dit artikel na welke inspanningen de afgelopen jaren al zijn geleverd en welke weg nog te gaan is.

Het decor voor onze seizoensopener is het resultaat van een artistieke ontmoeting tussen decorontwerper Fabien Teigné en regisseuse Marie-Eve Signeyrole enerzijds, en de Muntateliers anderzijds. Al vanaf de eerste gesprekken was het de bedoeling een decor te creëren dat zo dicht mogelijk aansluit bij onze doelstellingen op het gebied van duurzaamheid. Die liggen in lijn van de targets die de Europese Unie zich stelt om haar CO2-uitstoot te verminderen tegen 2030. Concreet moet niet alleen de ecologische impact van onze algemene werking verlagen, maar ook die van de activiteiten die verband houden met de productie en de presentatie van onze opera's. Wat het decorontwerp betreft, volgen we de aanbevelingen van het Theater Green Book, een internationale referentie: tegen 2030 moet ten minste 50% van de gebruikte materialen voor een productie (decors, rekwisieten, kostuums enz.) een vorig leven hebben gehad, en na afloop moeten de materialen voor 65 % worden hergebruikt of gerecycleerd.

ONTWERP

De ecologische voetafdruk van een operadecor wordt al voor een groot deel bepaald door zijn opzet en design. Daarom zijn de dialogen tussen de technische directie en de artistieke teams aan het begin van het creatieve proces cruciaal. Een van de eerste denkpistes voor het ontwerp van het Cassandra-decor was om enkel te vertrekken vanuit wat er in onze stock aan oude decors voorhanden was. Dat bleek "vanuit creatief oogpunt te beperkend", legt technisch productieverantwoordelijke Cécile Bourguet uit. "Uiteindelijk besloten we om anders te werk te gaan, en de ontwerper te vragen om met zo weinig mogelijk elementen een zo dynamisch mogelijk decor tot stand te brengen, zodat alles in een minimaal aantal containers zou passen."

Links: videoprojectie op de raatstructuur (© Jean-Baptiste Pacucci) / Rechts: een deel van het opgebouwde decor
Links: videoprojectie op de raatstructuur (© Jean-Baptiste Pacucci) / Rechts: een deel van het opgebouwde decor

Met dat achterliggende idee kregen Marie-Eve Signeyrole en Fabien Teigné een jaar de tijd om een schaalmodel voor te stellen aan de teams van de Munt. Het hielp dat de vraag naar efficiëntie in lijn ligt van hun eigen dramaturgische taal, het resultaat van een vruchtbare samenwerking van tien jaar. “We spelen graag met perspectief, met verrassingseffecten, met de theatrale conventies,” legt de ontwerper uit. “Daarbij gebruiken we rekwisieten en lichteffecten met een grote suggestieve kracht, die alle toeschouwers ertoe aanzetten om met hun eigen verbeelding onze ideeën aan te vullen."

Zo kunnen verschillende elementen van het decorontwerp van Cassandra op allerlei manieren worden ingezet tijdens de voorstelling. In een van de eerste scènes geeft Sandra een lezing vanachter een glazen lessenaar, die versplintert. Later in het verhaal doet haar vader, die ongevoelig is voor de ecologische kwestie, een van die splinters in zijn whisky. "Ons decor moet multifunctioneel zijn. De centrale kubus kan zowel een enorme ijsberg als een bibliotheek of een bijenkorf voorstellen. Zo slagen we erin heel veel te zeggen met heel weinig."

Het resultaat van die voorbereiding is een structuur die zeer weinig ruimte, energie en materialen vergt. Het decorrecept van Cassandra bevat immers een beperkt aantal ingrediënten: een kubus in twee delen, witte doeken, wat infrastructuur onder het podium, tule, filmbeelden en subtiele lichteffecten. Op termijn kan dit decor worden ontmanteld en kunnen de verschillende onderdelen worden gesorteerd, hergebruikt, verkocht of gerecycleerd.

VERVAARDIGING

In de Munt worden al een tijdje een aantal initiatieven genomen om de milieu-impact van de decorbouw te verminderen. Zo draagt al het gebruikte hout het keurmerk FSC of PEFC, dat de garantie biedt dat het hout afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Wij bouwen onze repetitiedecors ook op met zoveel mogelijk decoronderdelen uit onze voorraad. Voor Cassandra konden we zelfs nog een stapje verder gaan, omdat het productiedecor al wordt gebruikt voor de repetities.

"De soberheid van deze Cassandra-decors is op zich al een stap in de goeie richting", benadrukt Etienne Andreys, diensthoofd decorateliers. "Na de presentatie van het schaalmodel hebben we nagedacht over hoe we de keuzes van het artistieke team op een heel technische manier konden optimaliseren om het decor zo duurzaam en verantwoord mogelijk te maken. Zo hebben we voor Cassandra de hele vloer van Die Zauberflöte hergebruikt, die al een tweede leven achter de rug heeft in De Neus. We hebben de afmetingen en de kleuren aangepast: van wit en beige werd de vloer glanzend zwart, en nu matzwart met waterplaseffecten. Het lijkt misschien een detail, maar zo'n proces vereist een hele organisatie: de vloer recupereren aan het einde van de productie van Die Zauberflöte, hem bewaren met de bedoeling hem ooit opnieuw te gebruiken, het technische werk aan De Neus en Cassandra zo inplannen dat de tijdige oplevering voor beide mogelijk is, enz. Ik weet nog niet precies hoeveel CO2 we hebben 'gewonnen' – die berekeningen zijn nog bezig – maar het belangrijkste is dat het proces van start is gegaan."

NA DE LAATSTE VOORSTELLING

Als de reeks voorstellingen voorbij is, wordt het decor opgeslagen in afwachting van eventueel hergebruik, bij ons of bij een van onze partners. Vervolgens duiken er ofwel mogelijkheden op om bepaalde elementen ervan te recupereren als basis voor nieuwe producties van de Munt, of om ze op te nemen in een professioneel circuit van gerecycleerde producten. Sinds 2022 doen we ook intensiever aan sorteren en selectief inzamelen van onze decorelementen aan het einde van hun levensduur. Hetzelfde geldt overigens voor al het afval van onze Ateliers. De elementen worden ontmanteld door onze interne teams, zodat we bijzondere aandacht kunnen besteden aan het hergebruik van onder meer metaal, hout, karton, polystyreen, flexibele materialen en plastic verpakkingen. De Munt is bovendien medeoprichter van het InLimbo-platform, dat de uitwisseling van materialen binnen de socioculturele sector mogelijk maakt.

Een oplossing voor een complex probleem is vaak zelf complex. Terwijl onze rekwisietenateliers al in de buurt komen van het eerder genoemde doel van 50 % hergebruik, ligt dit cijfer voor de decorateliers nog niet meteen binnen handbereik. Dankzij initiatieven en innovaties worden steeds aanzienlijkere veranderingen mogelijk. Cécile Bourguet voegt hieraan toe: "Het voordeel is dat we nieuwe dingen kunnen uitproberen. We hebben al veel geëxperimenteerd en blijven dat doen." Zo konden we, om maar één voorbeeld te noemen, elementen van de metalen structuur uit Hertog Blauwbaards Burcht en de Wonderbaarlijke Mandarijn ombouwen tot een basis voor het decor van Il trittico. "Soms lukt zoiets, soms ook niet. Dat laatste heeft vooral te maken met het feit dat er enorm veel parameters zijn om mee rekening te houden. Wat afmetingen en uitrusting betreft, moeten we ervoor zorgen dat elk element compatibel is met het podium en de machinerie van onze coproductiepartners. Eenvoudig is het niet, maar je moet ergens beginnen."

De metaalstructuur van 'Hertog Blauwbaards burcht & De wonderbaarlijke mandarijn"
De metaalstructuur van 'Hertog Blauwbaards burcht & De wonderbaarlijke mandarijn"

STEEDS DUURZAMERE ENSCENERINGEN

Veranderende waarden in de samenleving vragen om nieuwe praktijken. Het aantal topproducties terugschroeven en ervoor zorgen dat ze makkelijker circuleren in meerdere coproducerende operahuizen, het volume van de gecreëerde decors verminderen, verre verplaatsingen van de artistieke teams beperken ... Dat zijn stuk voor stuk beoogde oplossingen die wijzen op een terugkeer naar een vorm van zowel economische als ecologische soberheid.

"We kunnen de impact van de decors berekenen in termen van gewicht, prijs of volume, maar wat telt is het traject om onze CO2-uitstoot te verminderen", benadrukt Etienne Andreys. "Geleidelijk aan willen we de methodes in de hele productieketen van een enscenering systematiseren, van ontwerp tot fabricatie. We willen nog steeds vernieuwende voorstellingen van hoge kwaliteit bieden, maar we hebben nu extra streefdoelen, die net zo dwingend zijn. Kunstenaars hebben nog nooit kunnen creëren zonder enige beperking. Het is wel zo dat we vandaag rekening moeten houden met een nieuwe factor, een beperking die voorheen niet bestond."

Voor Fabien Teigné komt de creativiteit binnen zijn beroep niet in gevaar door deze nieuwe parameter. "De richtlijnen bij de start moeten nog strenger zijn. We komen soms tot het besef dat bepaalde immense decorelementen worden gebouwd voor slechts een paar minuten op het podium ... De verwachtingen van het publiek en de wensen van de decorontwerpers zullen zich afkeren van dergelijke praktijken. Nieuwe technologieën zullen veel mogelijk maken, denk ik. Misschien vinden we wel nieuwe materialen, zoals panelen uit plantaardige vezels ter vervanging van hout? Ik denk dat deze veranderingen er vanzelf zullen komen ..."

De uitdaging waar ons operahuis en de hele sector van de podiumkunsten voor staan, is om het publiek verder te doen dromen, mét respect voor het milieu. Het is ook de potentiële komst van een nieuwe vorm van creativiteit, een nieuwe vorm van poëzie.