Een titanenwerk
Het Muntorkest op de Koningin Elisabethwedstrijd
- Leestijd
- 7 min.
Elke zangeditie van de Koningin Elisabethwedstrijd betekent voor de muziekdepartementen van de Munt een logistieke uitdaging van jewelste. Wij gingen bij onze collega’s na wat er allemaal bij komt kijken als een orkest zich in één week tijd moet klaarstomen om tijdens drie finaleavonden vijftig verschillende nummers te brengen…
Van 21 mei tot 3 juni 2023 nemen in Brussel zangers en zangeressen uit de hele wereld deel aan de Koningin Elisabethwedstrijd. De organisatoren telden in december 2022 een recordaantal van 412 kandidaturen, die na een lang selectieproces op basis van videoinzendingen werden teruggebracht tot 68 deelnemers. Uiteindelijk zouden, na de terugtrekking van verschillende kandidaten, slechts 55 jonge musici effectief aantreden tijdens voor de eerste ronde. Tijdens die eerste proef en – voor de gelukkigen – de daaropvolgende halve finale konden de kandidaten rekenen op de begeleiding van een pianist, maar voor de grote finale van 1 tot 3 juni zijn het Symfonieorkest van de Munt en muziekdirecteur Alain Altinoglu aan zet. Op drie opeenvolgende avonden helpen ze de twaalf finalisten te schitteren in maar liefst 48 nummers, waarvoor ze slechts een kleine week repetitietijd hebben. Een herculische opdracht die enkel tot een goed einde kan gebracht worden dankzij een uitgekiende planning en organisatie.
Zo zijn de collega’s van onze muziekbibliotheek al sinds de herfst van 2022 bij het project betrokken. Na de eerste preselecties moesten de oorspronkelijk 68 kandidaten hun programma’s voor de verschillende proeven indienen, waaronder dus ook de drie à zes nummers voor de finale. Daarmee konden onze medewerkers aan de slag. De voorbije maanden bereidden ze niet minder dan 200 aria’s en liederen voor. De helft daarvan was beschikbaar in de bibliotheek, de andere werken moesten besteld worden. Dagelijks kwamen dozen vol partituren toe in de Munt.
Voor sommige van deze werken diende over de auteursrechten onderhandeld te worden: de Munt betaalt de uitgever dan voor de toestemming om de partituren te scannen en uit te voeren. Voor allemaal geldt echter dat ze strikt gecatalogiseerd en gecontroleerd dienden te worden: je moet immers met zekerheid kunnen weten dat geen enkele noot ontbreekt. Ook de eerste en de laatste bladzijde van de pianoreducties van de kandidaten werden bekeken, om na te gaan waar de kandidaten precies beginnen te zingen en eindigen – en of het orkest wel degelijk dezelfde versie van de aria gebruikt. Eenmaal een definitieve versie voorligt begint het nauwgezet kopiëren, want elk orkestlid moet zijn of haar eigen exemplaar krijgen. De Munt rekent voor al dit werk op een team van drie voltijdse medewerkers en één halftijdse.
Een andere belangrijke kwestie betreft de instrumentatie van de stukken. Voor elk concert moet worden bepaald hoeveel muzikanten en instrumenten er nodig zijn. Het gebeurt heel soms dat sommige stukken worden geweigerd omdat de nomenclatuur te complex is, maar dit blijft een zeldzaamheid. Het orkestmanagement gaat ook na of de voorgestelde werken bijzondere instrumenten vereisen, zoals een klavecimbel, een orgelpositief, een luit, een blokfluit, een saxofoon, een gitaar, een mandoline… Vaak gaat het om instrumenten die je moet huren of waarvoor je specifieke muzikanten moet vinden die ze kunnen bespelen. Toen de gesprekken ter voorbereiding van dit artikel nog aan de gang waren, was het al duidelijk dat meerdere posten moesten worden versterkt, zoals de fluiten, de klarinetten, de fagotten, de trompetten en de harp; ook zouden een gitarist en twee saxofonisten extra in dienst moeten worden genomen… Om te vermijden dat er op het laatste moment musici moeten worden gezocht, zijn er al op voorhand contacten gelegd met musici die zich tot het einde van de wedstrijd beschikbaar kunnen houden.
Op maandag 22 mei werd de lijst van 24 zangers en zangeressen bekendgemaakt die voor de halve finale waren geselecteerd. Het team van de muziekbibliotheek had dan nog drie dagen de tijd om de programma’s af te werken. In diezelfde periode bestudeerde Muziekdirecteur Alain Altinoglu ook al de kleine honderd werken die de 24 kandidaten hadden gekozen voor hun eventuele deelname aan de finale. Op 25 mei ‘s avonds werd met de bekendmaking van de finalisten ook de lijst met werken definitief vastgelegd, en ’s anderendaags ’s morgens vond al meteen de eerste repetitie plaats waarop de musici van de Munt konden kennismaken met de stukken. Met andere woorden: Alain Altinoglu had één nacht gehad om een veertigtal stukken in detail te bekijken. Bijkomende moeilijkheid: theoretisch zijn voor de brede mix aan genres en stijlen verschillende orkesten nodig. Nu moeten dezelfde instrumentisten ervoor zorgen dat ze met de kandidaten zowel in barokmuziek als in het romantische repertoire of moderne werken kunnen dienen. Geen sinecure.
Op 30 en 31 mei hebben vier korte repetities plaats waar elke finalist gedurende 45 minuten de aria’s of liederen van zijn of haar programma kan repeteren met het orkest. De hele tijd is er contact met de muziekbibliotheek voor het geval de instrumentale bezetting verandert of andere revisies van de partituur nodig zijn. Ook moet je per avond de schikking van de instrumenten op het podium van de Zaal Henry Le Bœuf regelen. Naargelang het programma van de vier kandidaten per concert kan immers de configuratie van het orkest gevoelig variëren. Elke dag van de finale heeft van 15 tot 18 uur een generale repetitie plaats.
Voor Alain Altinoglu en het Muntorkest is deze finale muzikaal en eenvoudigweg ook fysiek een enorme uitdaging. Ze moeten binnen een zeer korte tijdsspanne zeer verschillende stukken de baas kunnen, gaande van Bach via Mozart tot Wagner en hedendaags werk. Af en toe, wanneer tussen de partituren bekende of recent uitgevoerde werken worden ontdekt, voel je een zweem van opluchting, maar binnen het orkest heerst deze week vooral die sfeer van spanning en adrenaline die eigen is aan grote internationale wedstrijden en live-uitzendingen. Vergeet ook niet dat dit kolossale werk parallel loopt met de lopende Muntproducties en die voor het komende seizoen. Er zijn niet enkel de laatste voorstellingen van Henry VIII en de repetities voor De Neus, maar ook de voorbereidingen van de wereldpremière van Cassandra – de nieuwe opera van Bernard Foccroulle – zonder de Tweede symfonie van Mahler te vergeten en het eerste deel van Wagners Der Ring des Nibelungen… Op het einde van de Koningin Elisabethwedstrijd worden enkel de finalisten gelauwerd; het werk van alle teams die dit buitengewone evenement hebben mogelijk gemaakt verdient gerust ook een diploma.