“Dit is mijn nieuwe ik”
Olga Peretyatko over haar eerste Muntrecital
- Leestijd
- 4 min.
Wanneer een belcanto-nachtegaal haar vleugels spreidt... Na de geboorte van haar dochtertje ontdekte Olga Peretyatko dat haar stem klaar was voor nieuwe muzikale horizonten. In dit interview vertelt ze wat yoga kan betekenen voor een zanger, wat Slavische muziek zo uniek maakt, en welk lied haar het dierbaarst is.
Slavische liederen zijn universeel in die zin dat ze mensen over de hele wereld weten te raken, dat iedereen zich in hun onderwerpen herkent. Maar wat is het specifieke, het eigene van deze muziek? Is er een bijzondere gevoeligheid die Dvořák, Tsjajkovski en Rachmaninov onderscheidt van andere componisten?
Ik denk dat het de melodie is. Deze soms wat langere en erg nostalgische Slavische melodieën zijn van een compleet andere wereld. Ik heb nooit iets dergelijks gevoeld bij de andere componisten die ik vaak zong, zoals Rossini, Bellini en Donizetti. De melancholie van de Oost-Europese muziek is een cliché, maar het valt wel op hoe vaak ze in mineur gecomponeerd zijn (lacht). Ik heb echter geprobeerd om mijn programma gevarieerd en contrastrijk te houden, met verschillende ritmes en genres.
Mijn grote liefde is Rachmaninov, wiens 150ste geboortedag we dit jaar vieren. Hij krijgt dan ook een prominente plaats. Zijn melodieën zijn zoals die van Richard Strauss, een weldadig bad voor je stem. Niet zoals Tsjajkovski, bijvoorbeeld, wiens liederen veel moeilijker te zingen zijn. Dat heeft, denk ik, te maken met het feit dat zijn zangpartijen diezelfde dichte textuur hebben als zijn orkestpartituren. Ze vergen ook een vollere stem die verder draagt.
Heb je het gevoel dat je stem daar nu klaar voor is?
Ik heb veel muziek gezongen die geschreven is voor hoge sopraan, denk: nachtegaal! En belcanto natuurlijk. Nu ben ik klaar voor dit repertoire. Ik voel me getransformeerd na de geboorte van van mijn dochtertje Maya. Mijn stem is nu veel voller en ronder, een lyrische sopraan. Dat gaf me meer mogelijkheden en opende de deur naar nieuwe rollen. Zo zing ik bijvoorbeeld mijn eerste Leonora in Il trovatore en ik heb al die koninginnen leren kennen die onlangs in de Munt de revue passeerden (in Bastarda): Mary Stuart, Anne Boleyn … Volgend jaar zing ik ook voor het eerst Norma in de gelijknamige opera. Belcanto next level! En nu kan ik dus ook Tsjajkovski aan. Met dank aan mijn ademoefeningen en yoga. Ik kan nog steeds de muziek zingen die ik vroeger zong, maar nu kan ik nog meer zingen. Daar ben ik erg blij mee.
Een recital met als titel ‘Slavic Songs’ spreekt voor zichzelf en is dezer dagen tegelijk niet vanzelfsprekend…
Rachmaninov, Tsjajkovski en Rimski-Korsakov samenbrengen met Dvořák, Chopin en Oekraïense componisten als Mykhaylo Zherbin en Heorhiy Mayboroda – het is in de muziek verwezenlijken wat in de politiek onmogelijk lijkt vandaag. Via mijn passie voor deze liederen wil ik mensen bij elkaar brengen. Laat dat mijn boodschap aan de wereld zijn.
Als dochter van een Oekraïense vader en een Russische moeder moet de tragedie die zich afspeelt in Oekraïne voor jou ook een persoonlijk drama zijn.
Dat is het geval voor miljoenen mensen, dat verzeker ik je. Aan de basis van dit conflict ligt een lang en ingewikkeld proces dat niet pas vorig jaar ontstond. Vandaag leven we daardoor als het ware in parallelle universums – op een weg die nergens heen leidt. Slechts één ding is nodig: gewoon menselijk blijven. We moeten kansen zoeken om in dialoog met elkaar te gaan, en dat is precies wat ik niet zie gebeuren.
Kunnen muziek en kunst die kansen bieden?
Zeker. Alles komt neer op luisteren naar elkaar, hoezeer onze cultuur en achtergrond ook verschillen. Ik wilde laten zien dat muziek een internationale taal is. Laat dus alsjeblieft de componisten en muzikanten met rust. Probeerde iemand Amerikaanse artiesten te boycotten tijdens de oorlogen in Vietnam en Irak? Werd Gershwin verboden? Nee. Laten we dus eerlijk en oprecht blijven tegenover iedereen.
Dat is wat ik probeerde te doen op mijn jongste album Songs for Maya, een verzameling wiegeliedjes uit de hele wereld, opgedragen aan mijn dochtertje. Ik wilde laten zien dat iedere moeder dezelfde woorden zingt, of die nu in het Russisch, Oekraïens, Azeri, Armeens, Hebreeuws of Arabisch zijn. Het enige wat moeders over de hele wereld voor hun kinderen willen, is vrede, geluk en een goede gezondheid. Samen met hen hoop ik elke dag dat deze oorlog zo snel mogelijk voorbij is.
Stel dat je de rest van je leven maar één lied uit dit programma meer zou kunnen zingen. Welk lied zou dat zijn?
Dat zou een van de liederen van Rachmaninov zijn: ‘Ne poi, krasavitsa, pri mne’ (‘O, zing niet voor mij, mijn schoonheid’). Misschien wel zijn mooiste romance; het gaat recht naar mijn hart. Rachmaninov schreef het jaren voordat hij uit Rusland wegtrok en in ballingschap ging naar Amerika. Het riep toen al dat gevoel van nostalgie en heimwee op dat zoveel van zijn latere werk kenmerkt. Hij wist hoe het voelt om nog altijd in je moedertaal te denken, maar niet naar je geboorteland terug te kunnen, precies vanwege de ideeën die je koestert. Dat spreekt me sterk aan.
Vertel ons eens iets over de twee Oekraïense componisten in je programma, Mykhaylo Zherbin en Heorhiy Mayboroda. Waren zij een ontdekking voor je?
Nee, voor ik naar Berlijn verhuisde voor mijn studies als operazangeres dirigeerde ik een koor. We zongen veel Oekraïense liederen, vooral volksmuziek. Die zijn prachtig en Zherbin bijvoorbeeld maakte fantastische muziek. Ik wilde hen gewoon aan mijn Slavische programma toevoegen omdat ze daar thuishoren.
Dit wordt je eerste recital voor de Munt. Hoe voelt het om weer op ons podium te staan?
Toen ik hier in 2015 was voor L’elisir d’amore traden we op in het Koninklijk Circus. Ik heb dus nooit eerder op het podium van de Munt gestaan. Dit wordt mijn debuut hier en ik voel me zeer vereerd. Ik hou van dit land en heb hier veel vrienden, die allen komen luisteren. Het wordt een geweldige voorstelling.