Santiago Ydáñez
Maak kennis met de productieschilder van ‘Tosca’
- Leestijd
- 4 min.
Kolossale afbeeldingen van blaffende honden, naakte lichamen, een treurende Maria Magdalena en een emblematische onthoofdingsscène. Voor onze productie van Tosca haalde de Spaanse kunstschilder Santiago Ydáñez zijn kwasten boven. We vroegen hem hoe deze nieuwgemaakte werken er gekomen zijn.
Heeft u de poster voor onze productie van Tosca al gezien? Een trieste blik die naar u terugkijkt. Oogleden mauve. Donkere wallen. De neusbrug een gebroken wit dat met dikke borstelvegen is aangebracht. Het gezicht lijkbleek, bijna kleurloos. Op één roze vlekje op de rechterkaak na…
De afficheafbeelding is een portret van de Maria Magdalena door de Spaanse kunstenaar Santiago Ydáñez. In een uitgesproken figuratieve stijl legt hij al bijna twee decennia zijn omgeving vast op doek: portretten van mensen, vogels, honden en een zeldzaam paard. Mannelijk en vooral vrouwelijk naakt. Zijn werken lijken bijna monochroom. Slechts zelden gebruikt hij uitgesproken kleuraccenten, en dan gaat het meestal om een paar sanguine vlekken.
Voor Tosca maakte Santiago op vraag van regisseur Rafael R. Villalobos een reeks nieuwe werken. “Hij heeft me de structuur van de opera en zijn visie op het werk uitgelegd,” vertelt de schilder vanuit zijn atelier in Jaén. “Oorspronkelijk speelden we met het idee om portretten van martelaars de maken. Op die manier wouden we het religieuze aspect uit de opera naar voor halen. Maar ik wou meer spelen met het contrast tussen de spiritualiteit en de wreedheid van het verhaal. Het is tenslotte een gruwelijke vendetta. Toen viel Rafaels oog op een aantal eerdere werken van me: de agressieve hondenkoppen en mijn naakten. 'Creo que eso está bien,' zei hij meteen, en ik ben daarop verder beginnen borduren. Door die verschillende reeksen samen te brengen krijg je de interessante fusie tussen schoonheid en gruwel die we zochten.”
Een van de werken die Santiago voor Tosca maakte, lijkt wel een facsimile van Caravaggio’s Judith onthoofdt Holofernes. Hoe het komt dat hij daarmee aan de slag gegaan is? “In Caravaggio's oeuvre zit ook die rauwe esthetiek vervat, die Rafael uit het verhaal haalt. Er is natuurlijk de heel letterlijke link met het verhaal: de jonge vrouw die de gezaghebber doodt; dat evenwicht tussen passie en geweld. Ken je Les histoires d’A. van Catherine Ringer en Les Rita Mitsouko? Daarin klinkt het: ‘les histoires d’amour finissent mal en générale.’ Daar doet het mij altijd aan denken.”
“Tegelijkertijd is het ook een schilderij dat de toeschouwer een indicatie geeft dat het verhaal zich in Rome afspeelt. Ik dacht oorspronkelijk te werken met de gravures van Piranesi, maar kwam uiteindelijk toch bij Caravaggio uit. Hij is natuurlijk geen Romein, maar hij is in Rome wel het productiefst geweest. Bovendien hangt het schilderij waar ik naar refereer ook in die stad, in het palazzo Barberini. Op die manier kaderen we het verhaal met dit beeld zowel thematisch als geografisch.”
Nadat Ydáñez zijn werken in Spanje aan het canvas toevertrouwd had, gaf hij de schilderskwasten door aan de artiesten in de schildersateliers van de Munt. Met al hun savoir-faire hebben ze Santiago’s beelden de afgelopen maanden uitvergroot tot bovenmenselijke dimensies. “Ik heb zelf wel wat ervaring met grote formaten, maar het bijzondere is dat ze mijn werken op een speciaal soort stof hebben geschilderd. Het was een hele aangename samenwerking en ik vond het boeiend om te zien hoe de doeken vanuit mijn atelier in Jaén getransformeerd werden naar het podium in Brussel. Echt spectaculair hoe de kleinste beweging van die zware doeken voor een heel emotionele ervaring zorgt. Want daar draait opera uiteindelijk toch om. Emotie.”