Short & Sweet
Met Julian Prégardien
- Leestijd
- 5 min.
Naar aanleiding van zijn aanstaande recital in de Munt, vroegen we tenor Julian Prégardien om een bonte reeks vragen kort en prachtig te beantwoorden.
Stel: u zit in één kamer met alle componisten die u voor uw recital in de Munt hebt geselecteerd. Wat is uw eerste vraag?
Wat drinkt u?
Met welke drie adjectieven zou u de muziek van uw liedprogramma omschrijven?
Harmonisch, divers, diepgaand.
Heeft u een bepaalde tic tijdens het zingen?
Ik vrees van wel, ja. Ik strek vaak mijn rechterhand naar voren, of ik houd met beide handen een denkbeeldig kommetje vast.
Heeft u een vast ritueel voordat u op het podium stapt?
Niet echt. Al probeer ik niet te veel neer te zitten. Ik wandel liever wat rond, om zo met een open, lucide geest het podium op te kunnen komen.
Mocht u één moment uit uw carrière als professionele zanger kunnen herbeleven, wat zou dat zijn?
De openingsaria van Tamino in Die Zauberflöte – “Zu Hilfe, sonst bin ich verloren” – in de Staatsoper Berlin op 17 februari 2019. Ik vloog toen vanuit de coulissen het podium op.
Hoe zouden uw familie, collega’s en vrienden uw persoonlijkheid omschrijven?
Ik hoop dat ze zeggen dat ze altijd op mij kunnen rekenen.
Wat was het eerste muziekstuk dat u tot tranen toe ontroerd heeft?
Als ik het mij goed herinner, was dat ‘Und ging heraus und weinte bitterlich’ uit de Matteüspassie van Bach, gezongen door mijn vader in het Concertgebouw in Amsterdam. En de laatste keer bij Danzón No 2 van Arturo Márquez, gespeeld door The Impossible Orchestra.
Welk beroep – naast zingen – ziet u zichzelf nog doen?
Een culturele instelling leiden, of een restaurant runnen.
Wat zou u meebrengen van een reis terug in de tijd?
Taalbeheersing en goede manieren. Nieuwsgierigheid naar het onbekende en het ongewisse. Informatie uitwisselen via de post en moeten wachten op een antwoord. Het gevoel van de klok die tikt. Reizen! Enkel livemuziek, waarvan het leeuwendeel eigentijds is!
Naar welke zangers (van vroeger of nu) luistert u ter inspiratie?
Ik luister niet veel naar muziek. De laatste mooie cd met muziek van Schubert die ik heb beluisterd, was gezongen door Daniela Sindram, mijn collega in de Musikhochschule van München.
Wat was het laatste muziekstuk dat u beluisterd heeft?
An die ferne Geliebte, gezongen door Georg Nigl en gespeeld door Olga Pashchenko. Een wonder.
Welke klanken of geluiden (naast muziek) hoort u graag?
Kabbelend water, fluitende vogels, bladeren die ruisen in de wind.
Wat is het eerste dat u doet wanneer u aan een nieuw recital werkt?
Beslissen over een centraal idee. Zoals bij mijn laatste recital: een focus op de lange liederen van Schubert.
In welke zin verschilt een recital van een ander zangoptreden?
De dramaturgie erachter. Ongeacht of het programma een emotionele insteek, een intellectuele benadering of iets daartussenin krijgt. Een recital kan vol contrasten zitten, en een waaier aan verschillende muziekstijlen omhelzen, maar er moet een verband, een samenhang zijn – al is het slechts de gedeelde intuïtie van de zanger en de pianist.
Met welke dagelijkse activiteit zou u een recital vergelijken? En waarom?
Een groepsmeditatie. Een reis naar een bekende of net compleet onbekende plek, en soms beide tegelijk.
Uw carrière liever vroegtijdig stoppen met het perfecte recital of liever heel lang blijven doorgaan, maar zonder ooit diezelfde graad van vervolmaaktheid te bereiken?
Ik zou het eerlijk gezegd niet weten. Daar heb ik ook nog nooit over nagedacht. Maar ik weet wel dat ik ook na mijn zangcarrière gelukkig zal zijn.
Welk recital heeft u voor het eerst zelf bijgewoond?
Dat moet er één van mijn vader zijn geweest. In mijn herinneringen zie ik een kerk en ik hoor Schuberts Die schöne Müllerin, met Andreas Staier aan de pianoforte. Ik weet wel nog wanneer mijn oudste zoon mijn vader voor het eerst live aan het werk zag, en met welk lied: An Schwager Kronos, opnieuw Schubert. En het eerste recital dat hij van mij heeft gezien: Schumanns Dichterliebe met Eric le Sage. Dus vraag het eens aan mijn vader … Misschien weet hij het wel!
Wat zingt u het liefste: de eerste of de laatste noot van een recital?
De laatste noot.
Welke pianist uit de muziekgeschiedenis zou u weleens mogen begeleiden tijdens een recital?
De componisten zelf. En Clara Schumann!
Wie zijn uw favoriete ‘fictieve’ helden? En uw favoriete ‘echte’ helden?
Mijn moeder, mijn vader, maar ook mijn partner zijn helden voor mij. Mijn fictieve helden: zowel Narziss als Goldmund uit de gelijknamige roman van Hermann Hesse, Léon uit Alex Capus’ Léon und Louise, Augustin Meaulnes van Alain Fournier, Andreas Egger van Robert Seethaler en Don Ottavio van Mozart en Lorenzo da Ponte.