Van Great American Novel tot opera
The Time of Our Singing
- Leestijd
- 6 min.
In The Time of Our Singing beschrijft de Amerikaanse schrijver Richard Powers hoe een raciaal gemengd gezin tegen de achtergrond van de naoorlogse segregatie in de VS, verbonden én uit elkaar gedreven wordt door de muziek. Deze roman inspireerde Kris Defoort tot zijn magnum opus. Een gesprek met de Belgische componist en zijn librettist Peter van Kraaij.
DE ROMAN
Peter van Kraaij: The Time of Our Singing vertelt de geschiedenis van een Amerikaans gezin bestaande uit een zwarte vrouw, Delia Daley, haar witte, joodse man, David Strom, en hun drie kinderen: Jonah, Joey en Ruth. In gezinsverband wordt er voortdurend gemusiceerd en al snel blijken de kinderen evenveel muzikaal talent te hebben als hun moeder, voor wie een professionele carrière omwille van haar huidskleur gewoonweg ondenkbaar was. Voor haar kinderen dienen er zich wel kansen aan, zeker voor Jonah die een uitzonderlijke tenorstem bezit. De broers beginnen een carrière in de klassieke muziek – een bij uitstek ‘witte’ wereld. Hun zus daarentegen belandt als activiste bij de Black Panthers.
Richard Powers zoomt afwisselend in op de generatie van de ouders, die in volle segregatietijd te kampen hebben met alle gangbare vooroordelen tegenover gemengde huwelijken, en de generatie van hun bi-raciale kinderen, die opgroeien in het ‘Civil Rights’-tijdperk. Het maakt van The Time of Our Singing tegelijk een emotioneel geladen en een intellectuele exploratie van thema’s als burgerrechten, segregatie, identiteit, en zeker ook van de botsende verhouding tussen kunst en realiteit.
HET LIBRETTO
P.v.K. In de omzetting van de roman naar het libretto is vooral het vernuftige spel met de tijd omgegooid, om plaats te maken voor een chronologische opbouw. Daarbinnen hebben we wel de grote tijdssprongen behouden die het boek kenmerken.
Kris Defoort: Een van de vondsten van Peter van Kraaij is dat hij vanaf het eerste bedrijf iedereen aan het woord laat, terwijl in de roman Joey de centrale verteller is. Daarnaast laat hij het verhaal chronologisch verlopen, tenminste als je de eerste scène buiten beschouwing laat, waarin de kinderen, die al volwassen zijn bij aanvang van de opera, vertellen hoe hun ouders elkaar in 1939 ontmoeten op het historische concert van Marian Anderson op de trappen van Lincoln Memorial in Washington.
P.v.K.: Zo wordt deze terugblik naar 1939 het uitgangspunt van het libretto: alles wat verteld wordt, is een poging van de personages om betekenis te geven aan wat geweest is. Zoals het boek wordt geritmeerd door drie belangrijke sterfgevallen, zo is ook het libretto opgebouwd aan de hand van drie dodenwaken, drie momenten waarop het gezin probeert opnieuw samen te komen. Richard Powers’ boeken zijn doorgaans erg melancholisch en vaak heerst er zelfs een gevoel van rouw. Hoe de personages omgaan met verlies en welke politieke gebeurtenissen daarmee samenhangen, dat alles beschrijft Powers ook aan de hand van muziek – dat is fascinerend.
DE OPERA
K.D.: Hoewel Peter van Kraaij veel moest inkorten, heeft hij rekening gehouden met de muzikaliteit van de taal van Powers, hetgeen voor mij erg belangrijk was. Voor het eerst componeer ik een opera op een klassiek opgebouwd libretto met dialogen. Daarnaast bevat het ook veel beschouwingen die een ‘beweging’ in de muziek kunnen teweegbrengen en iets anders vertellen dan wat letterlijk in de tekst staat. Muzikaal verklankt mijn opera de wereld waarin ikzelf vertoef; je kan dat niet vastpinnen op één welbepaalde stijl. Naast het klassiek orkest spelen er ook jazz-muzikanten mee. Gesproken en gezongen tekst zullen elkaar afwisselen. In mijn zoektocht naar een evenwicht tussen beide stel ik geregeld de vraag wat de urgentie is om iets te zingen. En eigenlijk wil ik niet minder dan wat Mozart ooit schreef: met muziek de mensen tot tranen toe bewegen ...
P.v.K.: De scenografie in de productie van Ted Huffman vertrekt vanuit het concept van de publieke ruimte – een ruimte waar zowel de grote als de kleine geschiedenis kan worden opgeroepen, waar mensen samenkomen en een verhaal wordt verteld.
K.D.: The Time of Our Singing omvat een groot deel van de 20ste eeuw. Bij mijn weten gebeurt het niet vaak dat een hedendaagse opera zo sterk verankerd is in het nu én toch ook zoveel universele thema’s aankaart.
P.v.K.: Die thema’s zijn onder meer identiteit, ontworteld zijn en hoe zich een plaats te vinden in de samenleving. Daarbij wordt de verhouding tussen kunst en maatschappij onder de loep genomen. De drie kinderen van Delia en David volgen daarin elk een ander pad: Jonah vlucht in zekere zin in de muziek, Ruth ziet enkel heil in maatschappelijk engagement, en Joey probeert beide wegen te verzoenen. Deze opera maakt duidelijk dat de maatschappelijk relevante thema’s die hierin aan bod komen bijzonder complex zijn, en dat kunst een manier is om verhalen te vertellen die deze complexiteit recht doet.