Once upon Now
Peter de Caluwe gidst u door het nieuwe seizoen 2020-21
- Leestijd
- 10 min.
Nog maar pasgeleden is het startschot voor een nieuw decennium gegeven. Zo’n tienjarige mijlpaal lijkt misschien willekeurig, toch is nu al duidelijk dat we in de nabije toekomst voor ingrijpende veranderingen staan. Als de voorbije jaren een maatstaf zijn voor wat eraan komt, mogen we een politiek en maatschappelijk turbulente periode verwachten in de context van een hypersnel evoluerende wereld. Zo’n klimaat dwingt ons om mee te gaan met de tijd. We mogen en kunnen de hete hangijzers van onze huidige samenleving niet uit de weg gaan.
Dat proberen we dit seizoen op twee manieren te stimuleren: door hedendaagse onderwerpen aan te snijden én door een blik over de schouder te werpen naar de grote werken uit het verleden. Opdat hun tijdloze thema’s leerrijk zouden zijn voor het heden. Ik gids u op deze pagina’s graag door de programmering die uit deze reflectie voortvloeide. Er is wederom geen rode draad, wel een weelderig kluwen aan onderliggende verbanden die voor een erg rijk en betekenisvol seizoen zorgen.
Dit gebeurt binnen de architectuur die we voor de komende jaren van mijn derde mandaat hebben uitgetekend. Een skelet met twee belangrijke wervels: twee hedendaagse werken bij de seizoenstart en een uitdagend koepelproject waarbij verschillende opera’s van dezelfde componist samenkomen in één onuitgegeven regie.
A Struggle With Identity and Racism
The New York Times, 4.1.2013
Hoe kan je het culturele jaar beter aftrappen dan met de wereldcreatie van een nieuw gecomponeerd werk? Kris Defoort schreef zowat een heel decennium aan zijn vierde opera, The Time of Our Singing. Een project van lange adem, en dat is niet verwonderlijk. De dik zeshonderd pagina’s van Richard Powers’ gelijknamige roman, een epische familiesaga in de door racisme geteisterde Verenigde Staten van de 20ste eeuw, zet je niet in een-twee-drie om in een werkbaar libretto. Doorspekt met muzikale referenties bood deze literaire klepper Kris een uiteenlopend klankpalet om zijn partituur mee op te bouwen, gaande van de vroegste Vlaamse polyfonie tot de wildste freejazz. Met de Amerikaanse regisseur Ted Huffman hebben we een gedreven artiest te pakken om de politieke onderstroom van de historische roman op scène te brengen. Zelf een kind uit een gemengd huwelijk, raakt de rassenthematiek van het boek hem zeer persoonlijk.
Politieke geladenheid kenmerkt ook de tweede hedendaagse titel: The Sleeping Thousand, een opera over het Israëlisch-Palestijns conflict in het Hebreeuws. In een scifi-jasje ook, met een libretto dat leest als een roman van Philip K. Dick. En ook hier is de thematiek van het werk geen ver-van-mijn-bedshow voor het artistieke team. Componist Adam Maor zat jaren in de gevangenis als refuznik, dienstweigeraar. Al gaat de opera eerst en vooral over de onderliggende gevoelens en de persoonlijke strijd die bij onderdrukking komen kijken. The Sleeping Thousand is het operadebuut van de Israëlische componist en wordt gedragen door jonge, talentvolle musici uit het European Network of Opera Academies (enoa), waarvan de Munt een trotse partner is.
L’avenir du Royaume-Uni n’a jamais été aussi incertain
Le Soir, 4.9.2019
In het koepelproject Bastarda! laten we de geschiedenis spreken als antwoord op een vraagstuk waarmee onze leiders vandaag meer dan ooit geconfronteerd worden: de uiterst moeilijke balans tussen publiek imago, persoonlijke levenskeuzes en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bastarda! is een musico-dramaturgisch huzarenstuk dat Elisabetta al castello di Kenilworth, Anna Bolena, Maria Stuarda en Roberto Devereux, de vier Tudor-opera’s van Gaetano Donizetti, tot een gloednieuwe dubbelvoorstelling monteert. Tot een geheel vernieuwde partituur ook, gearrangeerd en gedirigeerd door Francesco Lanzillotta. Ze pusht zelfs de zangers die vertrouwd zijn met Donizetti’s originelen om hun rollen opnieuw uit te vinden voor deze creatie.
Het resultaat portretteert het turbulente levensverhaal van Virgin Queen Elizabeth I, kind uit het – al dan niet onwettige – huwelijk tussen Henry VIII en diens tweede vrouw Anne Boleyn. In het concept dat we samen met Olivier Fredj uitwerkten, speelt de toeschouwer mee in het machtsspel vol intrige en moord dat Elizabeth van haar vader erfde. Om het Tudor-tijdperk zo levendig mogelijk op te wekken, hebben we de Oscarwinnende ontwerpster Colleen Atwood in de arm genomen – verwacht u aan opulente kostuums in een setting waarbij scène en theaterzaal, fictie en realiteit naadloos in elkaar overlopen. De volledige kroniek ontrolt zich over twee aansluitende opera-avonden die u best allebei beleeft om maximaal van de productie te genieten.
We doen de Tudor-stamboom nog verder bloeien met een nieuwe productie van Saint-Saëns’ Henry VIII. In 2021 is het precies honderd jaar geleden dat de componist overleed. Regisseur Olivier Py verdiept zich, na Les Huguenots en Hamlet, opnieuw in een onderbeminde Franse opera, dit keer in samenwerking met onze muziekdirecteur Alain Altinoglu. Het werk focust op de nietigverklaring van het huwelijk tussen de Engelse koning en zijn eerste vrouw, Catharina van Aragon. Door de thematische band met ons elizabethaanse koepelproject behoort de opera tot de Tudor-cluster die een groot deel van onze programmering domineert.
Ook onze eindejaarsproductie hoort daarin thuis. Had het aan Shakespeare gelegen, dan was het personage Sir John Falstaff uit Henry IV geen langere literaire carrière beschoren. Het is Elizabeth I herself die er bij de Bard op aandrong om de rondbuikige, scabreuze ridder te laten terugkeren in The Merry Wives of Windsor en die zo Giuseppe Verdi indirect de stof voor zijn zwanenzang aanreikte. Alain Altinoglu tekent naar jaarlijkse traditie present voor de decemberproductie en laat samen met Laurent Pelly zijn fantasie los op deze commedia lirica, die door de Franse regisseur net zolang bijgekruid wordt tot de kolder bitterzoet smaakt.
Neemt deze cluster een aanzienlijk deel van de programmering in, dan is dat niet om een positie in te nemen rond de aanslepende politieke malaise bij onze Britse buren – although … We willen met deze producties onze eigen waarden als operahuis uitdragen. Als huis dat grenzen openbreekt. Voor de meeste nieuwe producties in de cluster vonden we verschillende coproductiepartners over het hele continent. We hopen zo de cohesie over de landsgrenzen heen te promoten, vanuit de wens dat een blik op het culturele en politieke verleden verhelderend mag zijn voor het Europa waarin wij vandaag leven.
We presenteren in de duistere wintermaanden ook Benjamin Brittens heerlijk lugubere kameropera The Turn of the Screw. Een verklanking van de huivering- wekkende spooknovelle van Henry James, die al sinds de publicatie uiteenlopende interpretaties loswekt: weifelend tussen poëtische uiting van jeugdige rebellie en omzwachtelde pedofilie-aanklacht. We laten regisseuse Andrea Breth samen met de Britse dirigent Ben Glassberg haar eigen interpretatie uit deze veelheid aan lezingen filteren. In ons rijkgewebde seizoen vormt dit gothic horrorverhaal een verrassend knooppunt tussen de Angelsaksische cluster en The Sleeping Thousand, dat gedeeltelijk tot stand kwam tijdens het door Britten opgerichte Aldeburgh-festival.
Van spookverhaal naar spookstad. We herdenken volgend seizoen niet alleen de honderdste sterfdag van Camille Saint-Saëns, maar vieren ook het eeuwfeest van Die tote Stadt, de succesopera waarmee het Oostenrijkse Wunderkind Erich Wolfgang Korngold op amper drieëntwintigjarige leeftijd het internationale muzikale toneel op werd gebombardeerd. De cinematografische schriftuur van zijn muziek, waarmee hij het later tot ster in Hollywood zal schoppen, sijpelt al door in dit jeugdwerk. We rollen de rode loper uit voor regisseur Mariusz Treliński, die daar vanuit zijn eigen achtergrond in de cinema zeker raad mee weet. De symbolistische roman Bruges-la-Morte, die de inspiratie voor het libretto vormde, is tevens een belangrijke brug met dit concertseizoen.
De comeback van het patriottisme
De Standaard, 18.11.2016
Daarin staat namelijk de vaderlandse postromantische muziek centraal. In elk van de concerten dit seizoen speelt ons Symfonieorkest een werk van een Belgische componist. Als summum, en unicum, brengen we voor het eerst Lodewijk Mortelmans’ opera De Kinderen der Zee, in een concertante versie. Honderd jaar na de première – ook eeuwvieringen spinnen zich als een fijne draad door het seizoen – bestaat er nog steeds geen definitieve versie van de partituur. Om deze productie te realiseren, werken we nauw samen met de familie Mortelmans. We zijn een operahuis in het hart van Europa, met de blik op de wereld. Maar in onze rol als federale culturele instelling zien we eveneens een kans om u een aantal onderbelichte componisten uit onze nationale muziekgeschiedenis te laten ontdekken.
We blijven ook dit seizoen een kwaliteitsvolle liedcyclus aanbieden. Routiniers op ons operatoneel bieden we zo een intimistischer podium. Daarnaast bouwen we verder aan onze rijke geschiedenis als danspromotor. Na het succesvolle debuutjaar van Troika willen we opnieuw onze eigen voorstellingen aanvullen met de programmering van onze partners KVS en Théâtre National. Zo presenteren we dansliefhebbers een aanbod dat nog nooit zo divers en genereus was, terwijl we tegelijk onze langdurige samenwerking met Rosas en Kaaitheater verderzetten. We zetten dit partnerschap tussen de gemeenschapstheaters extra in de verf met een symbolische powermove: Sidi Larbi Cherkaoui’s nieuwe voorstelling Vlaemsch – een titel die voor zich spreekt – gaat bewust niet in ‘zijn’ Antwerpen in première, maar in de hoofdstad van Vlaanderen, Brussel.
Jugendliche halten Klimaschutz und Bildungswesen für größte Probleme
Die Welt, 16.08.2019
Onze bezoekerscijfers tonen dat we een evoluerend huis zijn. Almaar meer jongeren vinden de weg naar onze schouwburg. We willen hun enthousiasme nog verder aanwakkeren en nodigen min-dertigjarigen vanaf dit seizoen uit voor vier avant-premières. Bovendien willen we ook deze nieuwe generatie de kans geven om de succesproducties uit het recente Muntverleden te ontdekken. Daarom sluiten we het seizoen af met de spraakmakende Parsifal die Romeo Castellucci bijna tien jaar geleden lanceerde als operaregisseur. Een reprise mogen we dit echter niet noemen. Romeo wil er graag opnieuw mee aan de slag. Ik ben net als u benieuwd naar het resultaat.
Als we ambiëren een vooruitstrevend huis te zijn, kunnen we niet anders dan ook in eigen boezem kijken. In het verleden was onze ecologische voetafdruk wel eens ondergeschikt aan het creatieve eindproduct. We doen daarom de noodzakelijke inhaalmanoeuvres en concretiseren steeds meer onze ambitie om een groen, klimaatverantwoordelijk operahuis te worden. In de afgelopen seizoenen is in dat opzicht een eerste grote stap gezet tijdens de renovatiewerken, waarbij we bijvoorbeeld door de bouw van de tunnel tussen scène en ateliers heel wat nutteloos vrachtverkeer overbodig maakten. Dit jaar is zelfs de esthetische reflectie over ons koepelproject Bastarda! beïnvloed door de wens en de absolute noodzaak om onze impact op het klimaat en het milieu zo veel mogelijk te doen krimpen.
Wat de toekomst moge brengen – voor ons huis, voor onze maatschappij, voor precaire domeinen als welzijn, onderwijs en cultuur – het is mijn hoop dat we er klaar voor zijn. Niet door blind mee te gaan in ongegrond vooruitgangsoptimisme en tomeloze ontwikkelingsdrang, maar door te bouwen op onze historisch-culturele basis. Laat dit rijkgeschakeerde seizoen een reflectie over dat fundament zijn, opdat we er samen wijzer uit mogen komen.