‘Trilogia’, the movie
Backstage op zes verrassende opnamelocaties in Brussel
- Leestijd
- 8 min.
Brussel, anno 2020. Daar situeert de Trilogia Mozart Da Ponte zich voor ‘le lab’. Het Franse artistieke collectief wil met Mozart het ‘hier en nu’ op zijn staart trappen en zet daarvoor vol in op het gebruik van video. Parallel aan de repetities voor drie opera’s bracht het ook nog een volwaardige filmcrew op de been en trok met alle zangers uit de cast naar 23 verrassende locaties in Brussel. We gingen langs op de set voor een gesprek met regisseurs Olivier Deloeuil en Jean-Philippe Clarac.
Olivier Deloeuil: Video neemt van bij de oprichting van ‘le lab’ een belangrijke plaats in. Ons eerste artistieke initiatief was niet toevallig een kortfilm – die we vandaag trouwens nog steeds niet afgewerkt hebben (lacht) – maar daarna hebben we aardig wat documentaires gerealiseerd. Het medium heeft ons dus altijd geïnteresseerd en dat bleef zo toen we ons meer en meer op het domein van de opera begaven.
Het gebruik van video in de opera maakt twee belangrijke zaken mogelijk. Ten eerste helpt het ons een brug te slaan naar onze tijd en naar onze leefwereld. We vinden het gevaarlijk dat men in de opera, hoe modern de kunstvorm ook is geworden, vandaag nog al te vaak het gevaar loopt om de buitenwereld te vergeten. Om te vergeten dat opera, naast een kunstwerk op zichzelf, óók een theaterbeleving is in een specifieke sociale en historische context. ‘Naar de opera gaan’ is tegelijk komen kijken en luisteren naar een stuk, maar ook een gebouw bezoeken in het hart van een levende stad. Het gebruik van video helpt ons om de gesloten wereld op het podium open te breken en de blik te richten op de stad waarin we werken. En dat is, voor ons in elk geval, extreem belangrijk.
Want als we het willen hebben over onze tijd, als we de toeschouwer willen aanspreken met iets wat hem persoonlijk, intiem aangaat, dan moet je ook begrijpen waar die toeschouwer leeft, waar hij vandaan komt, wat zijn verhaal is. Daarom houden we ervan om aan het begin van elk nieuw project op verkenning te gaan in de stad in kwestie, er tijd door te brengen, locals te ontmoeten. Op die manier voeden we onze artistieke reflectie altijd met de sociologische, architecturale en culturele eigenheden van de stad. En dat zal zeker ook blijken uit deze Trilogia, waarbij we heel wat van Brussel op scène brengen.
ZES TRILOGIA-LOCATIES
1. Het funerarium (Galerij Maniera)
Een notabele sterft, er dient gerouwd. Alle personages van de Trilogia komen samen om afscheid te nemen in het funerarium, dat voor deze shoot werd ingericht in een lege exporuimte van de kunst- en architectuurgalerij Maniera op het Gerechtsplein.
2. De cd-opname van Donna Anna (Koninklijk Conservatorium Brussel)
De concertzaal van het Koninklijk Conservatorium is de perfecte locatie voor de nieuwste cd-opname van Anna (sopraan Simona Šaturová), een begaafde, maar getroebleerde claveciniste. Haar verloofde, architect Ottavio (tenor Juan Francisco Gatell) kijkt mee vanuit de zaal.
3. Het dakterras van het appartementsgebouw (dakterras Muntateliers)
Zonnebaden in putje winter. Het vergt de nodige suspension of disbelief van sopranen Lenneke Ruiten en Ginger Costa-Jackson, ofte de YouTube-influencers Fiordiligi en Dorabella. Gelukkig is het zicht over de Brusselse skyline magnifiek vanop het dakterras van onze Ateliers. ‘S avonds wisselen Figaro (bariton Robert Gleadow) en Don Alfonso (bariton Riccardo Novaro) er woorden.
4. De brandweerkazerne van Ferrando en Guglielmo (Brandweer Asse)
Ze mogen dan al voor hete vuren gestaan hebben, brandweermannen Ferrando en Guglielmo hebben geen idee wat hen te wachten staat op deze dag. Dankzij deze shoot konden tenor Juan Francisco Gatell en bariton Iurii Samoilov alvast inspiratie opdoen bij de brandweermannen van Asse.
5. Don Giovanni’s privéclub (libertijnse club Val d’Amour)
Niemand pusht de grenzen van de seksuele verkenning zo ver als Don Giovanni. Dat doet hij onder meer in zijn eigen club, waar ook Leporello (Robert Gleadow) tewerkgesteld is. Val d’Amour in hartje Brussel bood het gepaste decor.
6. De oogkliniek van Donna Elvira (Brussels Eye Doctors)
“Aprite un po’quegli occhi / Uomini incauti e sciocchi” (Open toch jullie ogen, achteloze en dwaze mannen). De Trilogia is een wereld vol intriges, waarin vrijwel alle personages voortdurend spieden en bespied worden. Een wereld waarin sommigen oog hebben voor de gevoelens van anderen, en anderen te zeer verblind zijn door hun eigen passies. Een universum ook, waarin u als toeschouwer gegarandeerd ogen tekort komt. Werk genoeg voor oftalmologe Elvira (Lenneke Ruiten).
Olivier Deloeuil: Een tweede belangrijk aspect bij onze inzet van video – altijd een spel met vooraf opgenomen beelden en live-projectie – is de mogelijkheid om in te zoomen op bepaalde acties. Dat is narratief gezien noodzakelijk. De scenografie voor Trilogia is een enorme ruimte, waarin dertien zangers, die bijna dubbel zoveel personages vertolken, voortdurend in actie zijn. Er is altijd wel iets gaande. Dan is het bijzonder handig om met een close-up de aandacht te kunnen vestigen op één element van het decor of op één personage – daarom niet per se de zanger die op dat moment aan het zingen is. Het laat ons toe om de blik van de kijker enigszins te sturen en zo de verhaallijn helder houden.
Jean-Philippe Clarac: Voor die narratieve transparantie zorgt de video ook doordat we er met een klok in aangeven op welk tijdstip van de dag we aanbeland zijn. Ze structureert de tijd. Vergeet niet, de drie opera’s delen een gemeenschappelijke chronologie: woon je de voorstelling van Don Giovanni bij en speelt een scène zich daar af om 14 uur, dan is het 14 uur voor elk personage in alle drie de stukken. Met videobeelden kunnen we op dat moment ook laten zien wat de zussen in Così fan tutte bijvoorbeeld aan het doen zijn, of wat Cherubino in Le nozze di Figaro uitspookt. Ze vormen een passerelle tussen de verschillende opera’s.
Olivier Deloeuil: We hebben erover gewaakt dat de video en de actie op het toneel elkaar op een organische manier aanvullen. Zo is het pas in interactie met de beelden van de 23 filmlocaties dat de verschillende kamers van het appartementsgebouw zich voor de duur van een aria, een duet, een interlude… transformeren in een fitnesszaal, een oogkliniek of een club. Vaak begint een scène cinematografisch en slaan we daarna aan de hand van een enkel decorelement of rekwisiet de brug naar het toneel. Ik geef het eenvoudige voorbeeld van de start van het tweede bedrijf in Le nozze di Figaro: de aria “Porgi, amor”. Op de muziek van de openingsmaten zien we beelden van de Contessa in haar bad, gefilmd in een prachtige badkamer van het Hôtel des Galeries. Wanneer de zangeres, Simona Šaturová, begint te zingen, vervaagt de video geleidelijk en ontdekken we haar in een van de ruimtes van het gebouw, die we onmiddellijk identificeren als haar badkamer. Ook al hebben we enkel het element van de badkuip bewaard. Het appartementsgebouw op scène is in die zin dan ook eerder een metaforische ruimte dan een naturalistisch decor.