De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

"La plus Parisienne" van alle Belgische sopranen

Portret van Jodie Devos

Laurent Bury
Leestijd
7 min.

Wees gerust, Jodie Devos zal nooit haar nationaliteit opgeven. Ze is geboren in Libramont, in de provincie Luxemburg, en is dus een Belgische. En dat wil ze ook blijven. Maar het is gewoon een feit dat er Belgische artiesten zijn die in Parijs al snel ontdekt worden en er in de watten worden gelegd: Jodie Devos is één van hen. En dat is fijn voor Frankrijk, maar ook voor België.

Aan het prille begin van haar muzikale parcours was er geen enkel spoor van Frankrijk te bespeuren. Haar eerste lessen zang kreeg ze in Namen, waarna ze in Londen ging studeren bij de sopraan Lillian Watson. In 2014 ontving ze een tweede prijs en de publieksprijs op de Koningin Elisabethwedstrijd. Het was vanaf dat moment dat Parijs opdook in het curriculum van Jodie Devos. Dankzij de prijzen die ze behaalde, werd ze aangenomen door de Académie de l'Opéra Comique. Sinds Jérôme Deschamps er directeur was geworden, had dit gezelschap van jonge zangers, verbonden aan het theater, weer aangeknoopt bij zijn historische repertoire. Tegelijk presenteerde het in de Franse hoofdstad de meest vernieuwende voorstellingen. Dit was voor haar een kans om kleine rollen in operettes te vertolken. Een kwestie van tessituur? Een coloratuursopraan gedijt wellicht het best in lichte werken alvorens ze zich aan de grote hoofdpersonages voor haar stem kan wagen. Mogelijke opdrachten hangen sowieso onvermijdelijk samen met vocaal vakjesdenken bij theaterdirecteurs, en als debutante kan je dan niet om de typische rollen van soubrettes, gamines (of zelfs gamins) heen, ook al heb je reeds talrijke prestigieuze internationale prijzen op je palmares staan. In Die Fledermaus, dat in 2014 op het programma van de eindejaarsfeesten stond, speelde ze Ida, nauwelijks meer dan een silhouet. Maar in deze operette van Johann Strauss stond ze wel aan de zijde van Sabine Devieilhe. Ze sloot dat eerste seizoen af als jonge kostleerlinge in Les Mousquetaires au couvent van Louis Varney. Maar aangezien de Opéra Comique nadien anderhalf jaar dichtging voor werkzaamheden, raakte Parijs Jodie Devos kwijt.

Terug in haar geboorteland bood de Opéra royal de Wallonie-Liège haar meteen de grote rollen aan die niemand in Parijs haar had willen toevertrouwen. In oktober 2015 zong ze Rosina in Il barbiere di Siviglia aan de zijde van landgenoot Lionel Lhote, die Figaro vertolkte. Als Franstalige bleef Jodie Devos niettemin optreden aan de andere kant van de grens, maar buiten Parijs. De personages die ze speelde namen langzaam maar zeker in aantal toe. In Montpellier was ze te zien in de titelrol van Geneviève de Brabant – haar eerste maar niet haar laatste Offenbach. In Parijs boekte ze alleen in concertante uitvoeringen succes. We denken hier vooral aan Ravels L'Enfant et les sortilèges, waarin ze de drie korte maar prachtige coloratuurrollen zong: het dreigende Vuur, de ongelukkige Prinses en de verliefde Nachtegaal.

In die periode kwam Jodie Devos in contact met een andere ‘goede fee’ die mee bepalend zou zijn voor haar beginnende carrière: het Centre de musique romantique française, beter bekend als het Palazzetto Bru Zane (omdat het daar in Venetië gevestigd is). Deze instelling kwam tot de vaststelling dat haar stem zeer geschikt was om een omvangrijk maar vergeten Frans repertoire te vertolken. In het voorjaar van 2016 zong ze opnieuw een prinses, maar ook een fee, tijdens een duorecital met als titel Il était une fois. De titel spreekt voor zich: het programma was integraal gewijd aan opera’s geïnspireerd op de sprookjes uit onze jeugd. Het leverde haar meteen ook een eerste cd op, met hetzelfde programma.

Ze brak verder door in België en Frankrijk met grote rollen, eerst buiten Parijs, vervolgens in de hoofdstad zelf. Begin 2017 zong ze in Tours voor het eerst Lakmé, en iedereen weet – van Lily Pons tot Natalie Dessay, Mado Robin en Mady Mesplé – dat deze rol voor elke coloratuursopraan een harde noot om te kraken is. Twee maanden later vertolkte ze in Dijon voor de eerste keer hét operapersonage dat virtuositeit en acrobatieën in het hoogste stemregister belichaamt: de Koningin van de Nacht. Deze Zauberflöte stond onder leiding van Christophe Rousset en werd kort nadien in Parijs in een concertante uitvoering hernomen.

In juni 2017 kreeg Jodie Devos eindelijk de kans om terug te keren naar de Opéra Comique voor een zelden uitgevoerd werk: Le Timbre d'argent. Deze eerste opera van Saint-Saëns was sinds de opvoeringen in Brussel in 1914 nooit meer uitgevoerd. De rol die ze zong was echter nog steeds klein, net als die van Alice in Le Comte Ory zes maanden later. Maar dan kwam het schot in de roos, want de Opéra Comique engageerde Jodie Devos voor La Nonne sanglante, een jeugdwerk van Gounod, waarin ze de rol van de Page vertolkte: een korte travestierol die echter de bekoorlijkste melodieën uit de hele partituur bevat. En hier bleef het niet bij, want ook de Opéra de Paris opende zijn deuren voor de sopraan door haar de travestierol van Yniold aan te bieden in Debussy’s Pelléas et Mélisande.

Tegelijkertijd bleef Jodie Devos ook in haar thuisland te zien, want de Opéra royal de Wallonie-Liège bleef haar trouw. Ze zong er weliswaar opnieuw in operette, namelijk Eurydice in Orphée aux Enfers (altijd die Offenbach…), maar was er ook voor het eerst als Susanna in Le nozze di Figaro te horen. Dankzij deze rol wist ze te ontsnappen aan het beperkende kader van engagementen voor coloratuursopraan. Wanneer in Luik Le Comte Ory uit Parijs werd overgenomen, schopte ze het tot de hoofdrol van Gravin Adèle. De tijd dat ze zich in Parijs tevreden moest stellen met bijrollen was voorbij. En al snel stond ze op hetzelfde podium als Lakmé.

Haar Muntdebuut als Königin der Nacht (‘Die Zauberflöte’)
Haar Muntdebuut als Königin der Nacht (‘Die Zauberflöte’) © B. Uhlig

Thans verdeelt Jodie Devos haar tijd tussen de grootste instellingen in Frankrijk en België. Tijdens het seizoen 2018-2019 zingt ze de Koningin van de Nacht in achtereenvolgens de Koninklijke Muntschouwburg en de Opéra Bastille. In Parijs nam ze deze herfst deel aan de nieuwe productie van Les Indes galantes, die bij het publiek een ongekend succes kende (de kritieken over deze voorstelling waren verdeeld). Ook in 2019-2020 en het seizoen erna zijn mooie operarollen gepland: Sœur Constance in Dialogues des carmélites in Toulouse, La Fée in Cendrillon van Massenet in Limoges, Zerbinetta in Ariadne auf Naxos in Montpellier, Titania in Brittens A Midsummer Night’s Dream in Rijsel… Ze laat met andere woorden alle facetten van een coloratuursopraan aan bod komen.

In 2019 heeft Jodie Devos een grote rol gespeeld bij de herdenking van de tweehonderdste verjaardag van de geboorte van Jacques Offenbach, de meest Parijse figuur onder de Duitsers. Dankzij het Palazzetto Bru Zane kon ze haar eerste solorecital opnemen, Offenbach Colorature. Haar timbre en vocale wendbaarheid maakten van haar de ideale zangeres om een beeld op te hangen van wat virtuositeit in de operette en de opera buffa zoal kan betekenen. Uiteraard staat op de cd de aria “Les oiseaux dans la charmille” van de pop Olympia uit Les Contes d’Hoffmann, een rol die ze binnenkort in de Opéra Bastille gestalte zal geven. Maar ook een aria van Eurydice, een rol die ze eertijds in Luik zong, kon niet ontbreken. Daarnaast zijn bijna alle overige nummers boeiende rariteiten, muziek die pas de laatste jaren opnieuw ten gehore wordt gebracht. Zo zijn er stukken uit Fantasio, een opera waarin Jodie Devos zal zingen naar aanleiding van een herneming door de Opéra Comique in december 2020, en uittreksels uit werken die nog nooit ten tonele zijn gebracht, zoals Les Bavards of Boule de Neige. Ware ontdekkingen die niet onopgemerkt zijn voorbijgegaan. De muziekkritiek bekroonde deze opname (Alpha) met verschillende onderscheidingen, waaronder een Diapason d’Or de l’Année en de Oper! Award voor Best Solo Recital.

De voorbije vijf jaren werden gekenmerkt door een briljante Frans-Belgische start. Misschien droomt Jodie Devos ervan om haar horizon te verbreden, voorbij de Franstalige wereld, en wil ze haar talent in heel Europa en in andere continenten laten horen. Ook al worden coloratuursopranen in de opera vaak door waanzin bedreigd (Lucia, Ophelia...), we wensen dat ze steeds haar geluk mag vinden in de rollen die voor haar stem geschreven zijn.