Shakespeare blijft ook nu nog inspireren!
Anne Sofie von Otter in recital
- Leestijd
- 4 min.
Op maandag 18 maart is de beroemde Zweedse mezzosopraan Anne Sofie von Otter te gast in de Munt. Samen met violist Pekka Kuusisto en pianist Bengt Forsberg brengt ze een liederen van diverse componisten die allemaal gebaseerd zijn op teksten van William Shakespeare. Een gesprek.
Over Anne Sofie von Otter
Anne Sofie von Otter
Na haar opleiding in Londen en haar eerste stappen als lid van het ensemble van de Opera van Bazel, triomfeert de mezzosopraan Anne Sofie von Otter in Aix-en-Provence, Covent Garden en New York met Mozart, Handel en Strauss. Een carrière zonder uitschuivers, met een origineel parcours, want ze heeft ookeen zwak voor Elvis Costello, ABBA, Léo Ferré en Barbara.
U presenteert een recital met een zeer gevarieerd programma, van 17de-eeuwse tot en met hedendaagse muziek. Wat is de rode draad doorheen zoveel tijdperken, talen, stijlen?
De gemeenschappelijke deler is Shakespeare! Al die composities zijn gerelateerd aan de ‘Bard of Avon’. Door de eeuwen heen heeft Shakespeare namelijk veel kunstenaars geïnspireerd. Schrijvers, filmmakers, schilders en natuurlijk componisten. Dat is zonder meer te verklaren door de gelaagdheid van zijn teksten, die ons ook nu nog – op een verrassend moderne manier – blijven inspireren. De tijd lijkt zo weinig vat op hem te hebben, dat hij in zekere zin een tijdgenoot is van ons. Met ons Brussels programma willen mijn begeleiders, Bengt Forstberg en Peeka Kuusisto, en ik hem hulde brengen door te tonen hoe hij de muziek eeuwenlang heeft beïnvloed, van de songwriters uit zijn tijd tot hedendaagse componisten, maar ook Schubert, Korngold en vele anderen ...
Bij de namen van componisten die u vertolkt vinden we inderdaad Rufus Wainwright. Hoe zou u een klassieke muziekliefhebber deze singer-songwriter laten ontdekken en waarderen?
Rufus komt weliswaar uit de wereld van de pop/rock. Met die muziek werd hij in de jaren ’80 beroemd en zet hij nog steeds een briljante carrière voort. Maar hij is lang geleden de oevers van de klassieke muziek genaderd, vanuit zijn passie voor opera. Hij schreef zelf al twee opera’s, waarvan de meest recente, Hadrian, de laatste dagen van de illustere Romeinse keizer vertelt. Thomas Hampson creëerde de titelrol. Zowel het publiek als de recensenten waren razend enthousiast. Een mooi voorbeeld van succesvolle cross-over, dus. Dat komt misschien doordat hij in een heel muziekminnend milieu opgroeide: ikzelf heb meermaals met zijn moeder en tante gezongen. Zijn muziek voor de twee sonnetten die wij presenteren zal voor velen ongetwijfeld een openbaring zijn.
U hebt een al lange en prestigieuze carrière achter de rug ... Kan de opera u nog steeds doen dromen?
Natuurlijk. Ik blijf het enig vinden om in een kostuum op het podium te staan, om een verhaal te vertellen met, achter de woorden, de kracht van muziek. Deze zomer voeg ik het personage van L’Opinion publique in Offenbachs Orphée aux Enfers aan mijn repertoire toe, en volgend seizoen dat van de Gravin in Tsjajkovski’s Schoppenvrouw. En ik ben nog lang niet klaar. Ik voel me erg aangetrokken door diverse opera’s van Britten; en de Franse barok en Monteverdi blijven een wereld vol eindeloze ontdekkingen. Maar als ik nu een rol moet uitkiezen die op dit moment een speciale betekenis voor mij heeft, dan is dat La Prieure in Poulencs Dialogue des Carmélites. Ik heb net een reeks voorstellingen in Stockholm afgerond. En dat ik die rol vorig jaar in de productie van Olivier Py in het Théâtre des Champs-Élysées heb gezongen, blijft een van de belangrijke momenten in mijn carrière.
Beschouwt u uzelf als een echte mezzosopraan? Of wil u, zoals Violetta Urmana en Waltraud Meier, het hogere register veroveren en uzelf omtoveren tot een soort dramatische sopraan?
Dat is niet zo eenvoudig ... Mijn stem is helder en lyrisch en ik zou makkelijk hybride rollen kunnen opnemen, zoals de twee zangeressen die u noemt. Maar ik heb me altijd thuis gevoeld in het mezzoregister. Ik heb enkele hoge rollen gezongen, zoals Idamante en Didon, maar ik ben en blijf een mezzosopraan. Ik ben trots op mijn stem en mijn tessituur. Kun je je nu iets leukers voorstellen dan de rol van de Old Lady in Candide te zingen, bijvoorbeeld? Geloof me, wij mezzo’s hoeven heus niet jaloers te zijn op de sopranen.
Vertaling: Maxime Schouppe