Spaanse muziek is altijd krachtig en passioneel.
- Leestijd
- 6 min.
Tro Santafé is een vertrouwde stem op het Muntpodium. Ditmaal brengt ze ons met haar vaste begeleider Julian Reynolds een recital dat volledig is gewijd aan het Spaanse lied.
De Munt verwelkomde je al verschillende keren voor solistenrollen in opera’s en in januari zien we je in de rol van Laura Adorno in La Gioconda van Ponchielli. Maar in januari breng je ook een volledig liedrecital. Klopt het dat dit jouw allereerste liedrecital hier in Brussel is?
Inderdaad. Ik heb de voorbije jaren in de Munt veel opgetreden met Italiaans en Frans repertoire en de rol van Laura Adorno is bijzonder omdat een mezzosopraan niet vaak de kans heeft om een grote ‘verismo’-rol te vertolken. Maar met dit liedrecital kan ik nu eens een heel andere kant van mezelf tonen.
Je nam al in 2000 een cd op met onder andere liederen van Granados, Turina en Montsalvatge. Heeft deze Spaanse muziek, de muziek van het land waar je opgegroeid bent, voor jou altijd al een speciale plaats gehad in je repertoire?
De cd kaderde in een project van een producer van een kleiner Nederlands label om Spaanse muziek op te nemen, uitgevoerd door Spaanse muzikanten. Hij was dit project begonnen samen met zangeressen Teresa Berganza en Victoria de los Ángeles toen hij bij EMI werkte, en nadien wilde hij dit idee zelf verder uitwerken. Het is inderdaad zo dat dit repertoire heel natuurlijk voor mij aanvoelt. Het is de muziek waarmee ik opgegroeid ben. Ik herinner me dat ik voor de eerste keer de Cinco Canciones negras van Montsalvatge zong op een wedstrijd waarbij de componist zelf in de jury zat. Dat was een hele eer en nadien overhandigde hij me persoonlijk de prijs. Als ik er nu over nadenk was dat toch wel erg gedurfd. Ik was nog jong op dat moment. (lacht)
Je man Julian Reynolds neemt de pianopartijen voor zijn rekening. Is het anders om met hem op te treden in vergelijking met andere liedbegeleiders?
Zeker en vast. Sinds onze ontmoeting in 2000 heb ik zelfs geen recitals meer gegeven met andere pianisten. Julian is iemand die door en door de uitdagingen van een liedrecital kent. Ik heb met hem een extra muzikale band omdat ik heel open en eerlijk met hem van mening kan verschillen over bepaalde muzikale ideeën. Bij hem moet ik er nooit op letten dat ik zijn ego zou kwetsen. (lacht) Ik hou bovendien wel wat van verrassingen tijdens een optreden. Ik leg niet alles op voorhand vast, en Julian is dat ondertussen helemaal gewoon van mij.
De Tonadillas van Granados zijn geïnspireerd op het werk van de 18de-eeuwse schilder Franscisco Goya. Is het belangrijk om dit te weten bij het beluisteren van de muziek van Granados?
In zijn korte leven waren de grootste inspiratiebronnen voor Granados de schilderijen en schetsen van Goya over de mannen en de vrouwen van de Madrileense middenklasse, de ‘Majos’ en de ‘Majas’. Met zijn liederen wilde Granados de statische, maar betekenisvolle beelden van Goya opnieuw tot leven brengen door ze een stem te geven. Daarom dat hij voor de Tonadilla als genre koos. Een Tonadilla is immers ook een vorm van theater. Dat hoor je in de manier hoe de liederen, die vooral gaan over liefde, emoties en relaties, stuk voor stuk heel satirisch en vertellend zijn. Het is de perfecte manier om heel uiteenlopende volkse karakters uit te drukken zonder overbodige franjes.
Wat zijn voor jou de meest typische en mooiste eigenschappen van de Spaanse muziek? Hoe horen we dat in de muziek van Joaquín Turina en Manuel de Falla?
Wat de Spaanse muziek voor mij typeert is de manier waarop zij in staat is de diversiteit van Spanje te verklanken. Er zijn ruwweg drie grote stromingen in Spanje: het noorden met haar Keltische harmonieën, het zuiden met de Arabische geïnspireerde muziek en daarnaast heb je ook de Castiliaanse traditie. De Falla gebruikt ze alle drie in zijn Siete canciones populares españolas, wat je kan horen in het ritme, de harmonieën en de expressie. Zijn liederen zijn ongelooflijk verschillend van karakter. Turina haalt zijn inspiratie dan weer enkel uit de zuiderse muziekstijlen van Andalusië. Tegelijkertijd is Spaanse muziek altijd krachtig en passievol, en is ze doordrenkt van ritmes die vooral uit de dansmuziek komen. Het is die combinatie die de muziek écht Spaans en zo toegankelijk maakt.
‘Het is een vreselijke fout om te denken dat we muziek moeten verstaan om ervan te kunnen genieten. Muziek moet nooit geschreven worden om begrepen te worden, maar om gevoeld te worden.’ Kloppen deze woorden van de Falla ook voor jou? Wat zou je aanraden bij het beluisteren van de liederen van de hedendaagse componist Xavier Montsalvatge?
Als ik de woorden van de Falla lees, stel ik mezelf de vragen: Wat betekent het om muziek te verstaan? Wat is er in feite aan te verstaan? Moeten we weten wat een componist wilde en waarom hij de muziek schreef, of is het beter om je gewoon te laten leiden door de muziek? Is het belangrijk om te weten dat Montsalvatge met zijn liederen verwijst naar Cuba en haar unieke volk, muziek en ritmes? Uiteraard. Maar wat voor mij echt telt is dat als ik naar zijn liederen luister, dat ik ontroerd word. Dat geldt voor zijn muziek, maar ook voor muziek in het algemeen. Ook al weet ik alles van de stijl en van de geschiedenis, toch is de ervaring pas echt als ik geraakt word door de muziek.
Over Silvia Tro Santafé
De Spaanse mezzosopraan Silvia Tro Santafé bouwde een stevige reputatie op bij het publiek en in de belangrijkste operahuizen ter wereld. Haar repertoire reikt van de barok tot de 21ste eeuw, maar ze staat vooral bekend als een van de beste Rossini- en belcantovertolksters van dit moment.
De afgelopen seizoenen verrijkte ze haar repertoire met Bellini-rollen als Adalgisa in Norma, Romeo in I Capuleti e i Montecchi en Isoletta in La Straniera te Moskou.
Het Muntpubliek kent haar van haar rolvertolkingen als Angelina (La Cenerentola), Dulcinée (Don Quichotte), Eliogabalo, het Chinese kopje en de Libel (L’Heure espagnole & L’Enfant et les sortilèges), Maffio Orsini (Lucrezia Borgia) en Adalgisa (Norma).
Over Julian Reynolds
De Engelse dirigent Julian Reynolds verzorgt op de internationale podia zowel opera's als concerten. Daarnaast is hij als getalenteerd pianist ook een veelgevraagd liedbegeleider.
Voor de Munt leidde Julian Reynolds met brio de producties Lucia di Lammermoor, Lucrezia Borgia, Elisabetta, regina d’Inghilterra, Nabucco en Norma.