Verre Horizonten
Sidi Larbi Cherkaoui over zijn choreografie ‘Sutra’
- Leestijd
- 4 min.
Nadat hij in 2007 de monniken van de Shaolintempel ontmoette, besliste de Belgische choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui om nauw met hen samen te werken aan een gemeenschappelijk project. Hij engageerde de Britse kunstenaar Antony Gormley voor het decorontwerp en de Poolse componist Szymon Brzóska voor de live muziek. Sutra werd een parcours van culturele en sociale uitwisseling. Via vertalingen, onderhandelingen en veel overleg, slaagden ze erin om een artistiek universum te creëren dat zijn weg vond naar de harten van het publiek. Tien jaar na de Brusselse première keert de choreografie terug naar de Munt.
Overwoog u bij uw eerste bezoek aan de Shaolin-tempel in mei 2007 meteen met deze monniken samen te werken?
Neen, ik had op dat moment niet de indruk dat ik hun iets kon bijbrengen.Behalve mijn stress, misschien … Ach, even serieus: ik was vooral blij met de uitnodiging. En onderliggend waren er ook de herinneringen uit mijn kindertijd, aan Bruce Lee en zijn kungfu. Eenmaal ter plaatse heb ik mensen ontmoet (die monniken dus) die met hun kunst graag een nieuwe richting wilden inslaan. Een manier om hun gebruikelijke leven te overstijgen, maar zonder het op te geven.
En zo groeide dus geleidelijk de gedachte om er een voorstelling van te maken …
Precies. Ik sprak met Antony Gormley en zo kreeg het idee gestalte om houten dozen op scène te zetten. Daarna kostte het ons verscheidene weken om de juiste verhoudingen en maten te vinden. Dat is altijd het aangenaamste aspect bij het uitwerken van een nieuwe creatie. Toen een eerste structuur af was, begon ik ermee te spelen. Ik liet mezelf erin glijden, deed ze kantelen en vallen …
In Antony’s visie zijn de monniken in de eerste plaats lichamen waarmee hij kan werken. Die dozen en houten elementen zijn hun partners. Uiteindelijk is het in zekere zin een kwestie van wiskunde: we moesten nagaan welke combinaties op scène mogelijk zijn. Zoeken. In dit specifieke geval heeft taal echt geen belang meer. Daarna zijn twee monniken naar Antwerpen gekomen en zijn wij een tweede keer naar China gereisd. Vervolgens hebben we ons voorbereid in de tempel in Henan zelf, gedurende twee maanden.
Heeft u bepaalde dingen uitgesloten tijdens uw samenwerking met deze boeddhistische monniken, die vooral mediteren en vechtsport beoefenen?
Neen, maar ik heb veel afgetast. Ik ben niet daarheen gereisd met een precies project of met zekerheden in mijn hoofd. In deze context moet je je subtiel opstellen. Voor mij was het vooral cruciaal naar de monniken te luisteren en me niet alleen te laten leiden door mijn wensen als choreograaf
Het is duidelijk dat u hun dagelijks leven aandachtig heeft geobserveerd.
Ik herinner me hoe ik op een dag over een berg wandelde en onderweg een monnik tegenkwam die alleen met zijn sabel aan het oefenen was. Ik werd getroffen door de schoonheid van zijn bewegingen. Later vroeg ik hem of hij naar de repetities wilde komen. Het was slechts een suggestie van mijn kant, allerminst een verplichting. Uiteindelijk trad hij op met zijn sabel, hoewel hij geen krijger is. Je kunt in deze voorstelling ook houdingen van dieren zien, bijvoorbeeld apen en de ‘schorpioenmens’. De monniken hebben een zeer directe band met de dierenwereld. Dit sloot ook aan bij de invalshoeken die ik heb kunnen ontwikkelen in een andere choreografie: Myth.
U heeft van deze monniken geen dansers gemaakt. Een bewuste keuze?
Ja, want ze zijn ook geen dansers. Met drie maanden meer repetities had ik een meer choreografische bewegingsstijl kunnen realiseren, maar dat was in Sutra niet wat ik nastreefde. Samen met Ali Ben Lofti Thabet, mijn assistent die ervaring heeft in de circuswereld, heb ik wel een vorm van acrobatie gerealiseerd. En met Damien Jalet, de choreograaf en danser die me naar China heeft vergezeld, heb ik aansluiting gezocht bij humoristische voorstellingen.
Welke herinneringen bewaart u aan uw verblijf in de tempel?
Ik zou vooral willen zeggen dat daar niet alleen schoonheid te vinden is. Het is er koud en wat achtergesteld. De berg is hoog, zodat iedere handeling een inspanning vergt, zelfs ademen. Ik heb dan ook kunnen ervaren hoe mijn lichaam veranderde, wat niet onbelangrijk is. De bijzondere band, de samenwerking en het vertrouwen met de monniken van de Shaolin-tempel, dat heeft me geholpen om begrepen te worden. Het is heel verfrissend wanneer mensen je bekijken zoals je bent, niet om wat je vroeger hebt gedaan of om wat je wordt geacht te betekenen in de cultuurwereld. Het was meteen een heel sterke band, in het heden. Deze andere relatie met de tijd heeft me ook geholpen om afstand te nemen. In zekere zin heb ik in China mijn zekerheden teruggevonden, de basis en de motor van mijn activiteit als artiest en als choreograaf.