Opera is een verrijking voor geest en zielSally Matthews
Wat is uw eerste herinnering aan de Munt?
Sally Matthews (sopraan): Ik moest toegeven dat mijn geheugen er bepaald niet op vooruitgegaan is sinds ik twee kinderen kreeg – ook de coronaperiode deed er geen deugd aan – maar ik herinner me uiteraard nog wel The Rake’s Progress hier. Temeer omdat ik het hier toen enorm naar mijn zin had met Rosie Joshua, die de andere Anne Truelove vertolkte. Ik voelde me hier instant thuis en het viel me meteen op dat de Munt een huis is waarin artiesten zichzelf kunnen zijn.
Wanneer was u voor het laatst tot tranen toe bewogen tijdens een opera of een concert?
Het gebeurt gek genoeg niet zo vaak dat een opera me aan het huilen krijgt. Nu je me die vraag zo stelt, vind ik dat eigenlijk best wel jammer, maar ik denk dat het alles te maken heeft met het feit dat ik als artiest perfect weet wat er nodig is om een bepaalde rol in te vullen. Zodra je het proces doorziet, wordt het een stuk moeilijker om in tranen uit te barsten. Maar wanneer Mischa Elman het Max Bruch Violin Concert No. 1. inzet komen de tranen wel. Elke keer weer. Dat stuk bracht me zelfs aan het huilen terwijl ik aan het lopen was tijdens de eerste lockdown. Oh, en hetzelfde geldt voor Emil Gilels op de piano.
Wat maakt van opera voor u de mooiste aller kunstvormen?
Opera is een prachtige kunstvorm, toch zou het niet heel erg slim zijn om te beweren dat het de mooiste aller kunstvormen is. Ik voel me nog steeds vereerd dat zingen en opera maken mijn beroep is. Zodra je deel uitmaakt van de culturele scene, heb je evenwel ook een immense appreciatie voor alle andere kunstvormen. Zo hou ik enorm van naar het theater gaan, ben ik verzot op hedendaagse dans en ga ik met veel plezier naar een poëzieavond. Dat zijn immers stuk voor stuk kunstvormen die heel veel vergen van de artiest in kwestie, maar wat ze gemeen hebben met alle andere vormen van kunst is dat ze mensen blij maken. De grote aantrekkingskracht van opera is dat je niet meegezogen wordt in het verhaal en het drama, maar je ook geraakt wordt door de ongelooflijke zangkwaliteiten van de artiesten. Operaliefhebbers zullen zeggen dat de combinatie van die zaken ervoor zorgt dat opera toch net dat trapje hoger staat dan andere kunstvormen.
Waarom moeten jongeren vaker naar de opera komen dan ze nu al doen?
Ik ben het er helemaal mee eens dat kinderen de kans moeten krijgen om op school al in aanraking te komen met opera. Dat gebeurt nu niet – en die situatie is nog schrijnender in Groot-Brittannië dan in België – en dat maakt dat kinderen simpelweg niet weten of opera iets voor hen is of niet. Sommige jongeren zien misschien een opera en weten meteen ‘oké, hier hou ik van’. Opera is een verrijking voor geest en ziel, dus ik wens dat iedereen op z’n minst kan ontdekken of het al dan niet zijn of haar ding is.
Hoe ziet u de rol van cultuur in de huidige maatschappij?
Van een grote vraag gesproken. (denkt even na) Kijk, het lijdt geen twijfel dat kunst en cultuur ons als mens heel wat bijbrengen. Meer nog, cultuur brengt mensen samen. De ene keer ga je met enkele vrienden naar een dansvoorstelling kijken, de volgende keer ga je alleen naar een optreden. Maar je bent er nooit echt alleen. Ten volle beleven wat er op dat podium gebeurt, in het bijzijn van al die anderen, die je al dan niet kent, verandert jou. Zelfs al kun je er de vinger niet op leggen wat er precies veranderde, toch zal je moeten toegeven dat je een net iets ander persoon bent na die ervaring. Ik zou hier ook met allerlei economische argumenten kunnen komen aandraven, want de cultuursector biedt heel wat jobs en genereert wel flink wat geld, maar ik focus toch liever op de iets minder praktische zaken. Als de coronacrisis ons iets geleerd heeft is het wel dat je iets mist als je niet naar musea of operavoorstellingen mag gaan. We hebben de cultuur node gemist en dat zegt alles over het belang ervan voor onze maatschappij.
Wat maakt de Munt zo speciaal voor u?
De Munt heeft mij zo veel kansen gegeven, ik denk dat ik bijna al mijn roldebuten in de Munt heb beleefd. Peter is degene die steevast dingen in me zag vooraleer ik zelf durfde te denken dat ik ertoe in staat was. En operahuizen hebben nood aan zulke mensen. Een operahuis mag nog zo mooi zijn, nog zo goed georganiseerd, je hebt echt nood aan het gevoel deel uit te maken van een groter gehaal. Bij de Munt kan ik thuiskomen bij de fijne familie die ik al jaren ken.
Welke rol zou u op een dag echt weleens willen vertolken?
Ik prijs me gelukkig dat ik de voorbije jaren al heel wat favoriete rollen heb mogen spelen, maar er zijn er nog wel wat over. Ik voel wel wat voor Giulietta uit I Capuleti e i Montecchi, maar ik ben ook dol op de opera’s van Janáček en Dvořák. Rusalka heb ik al mogen zingen, maar ook Kát’a Kabanová staat nog op mijn verlanglijstje.
Als u een opera voor de eeuwigheid zou kunnen bewaren, welke zou dat dan zijn en waarom?
Dan kies ik resoluut voor Jenůfa van Janáček. Een opera die ik in de Munt heb mogen spelen, en in München samen met Karita Mattila die mij zo veel geleerd heeft. Jenůfa is zo’n werk waarbij je het gevoel hebt in een theaterstuk te staan, terwijl je de ziel uit je lijf zingt in wat eigenlijk een uiterst ontroerende en moeilijke opera is. Het moment waarop de baby wordt weggenomen, raakt me steeds weer. Zeker sinds ik zelf moeder ben. Het voelt zelfs alsof ik als mama uit een nog groter arsenaal aan emoties kan putten. Hopelijk ervaart het publiek dat ook zo. (glimlacht)